Nabestaandenpensioen
Wanneer je pensioen opbouwt, is er vaak ook een regeling voor jouw nabestaanden. Mocht je onverhoopt komen te overlijden dan kunnen zij aanspraak maken op dit nabestaandenpensioen. Onder het nabestaandenpensioen valt het weduwenpensioen, weduwnaarspensioen, partnerpensioen en het wezenpensioen.
Nabestaandenpensioen: drie onderdelen
Het nabestaandenpensioen kan, net als het reguliere pensioen, bestaan uit drie onderdelen:
- Het overheidsdeel: ANW (Algemene nabestaandenwet). Vergelijkbaar met de AOW-uitkering.
- Het werkgeversdeel: aanvullend nabestaandenpensioen, opgebouwd bij een pensioenfonds.
- Een zelf opgebouwd pensioendeel, bijvoorbeeld via een levensverzekeringof banksparen.
ANW-uitkering
Wanneer jij overlijdt, kan dit financiële gevolgen hebben voor je partner en kinderen. De overheid heeft geregeld dat nabestaanden verzekerd zijn van een basisinkomen via de Algemene Nabestaandenwet (Anw).
Om aanspraak te maken op een nabestaandenuitkering, moet je aan één van de volgende voorwaarden voldoen:
- Kinderen tot 18 jaar verzorgen
- Voor minstens 45 procent arbeidsongeschikt zijn
De hoogte van de ANW-uitkering is inkomensafhankelijk.
Nabestaandenpensioen via werkgever
Veel werknemers bouwen bij hun werkgever pensioen op. Dit pensioen is een aanvulling op de AOW, die iedereen die in Nederland gewerkt of gewoond heeft ontvangt vanaf de AOW-leeftijd.
Het nabestaandenpensioen is de periodieke uitkering voor de nabestaanden van een deelnemer van een pensioenfonds. Meestal gaat het om 50 tot 70 procent van het opgebouwde ouderdomspensioen. Kinderen tot 18 of 21 jaar krijgen 14% van jouw ouderdomspensioen. Hoeveel nabestaandenpensioen jij reeds hebt opgebouwd, kun je nagaan op je pensioenoverzicht.
Nabestaandenpensioen via werkgever: opbouwbasis of risicobasis
Het opbouwen van pensioen voor nabestaanden kan op twee manieren: opbouwbasis of risicobasis. Bij de variant opbouwbasis bouw je een bedrag op bij het pensioenfonds voor je nabestaande(n). Ook als je niet meer bij je werkgever in dienst bent, blijft dit bedrag staan.
Bij de variant risicobasis sluit je werkgever een verzekering af voor jouw nabestaanden. Overlijd je tijdens je dienstverband, dan ontvangen je nabestaanden een nabestaandenpensioen. Overlijd je nadat je uit dienst bent, dan vervalt het recht op het nabestaandenpensioen.
Zelf nabestaandenpensioen opbouwen
Door het afsluiten van een levensverzekering, kun je ervoor zorgen dat nabestaanden extra inkomen of een eenmalige uitkering ontvangen bij jouw overlijden.
Er zijn meerdere varianten van de levensverzekering. Twee opties:
- Overlijdensrisicoverzekering: deze levensverzekering keert een vast bedrag uit als jij voor een afgesproken datum komt te overlijden. Dit bedrag wordt vaak gebruikt om af te lossen op een hypotheeklening.
- Uitvaartverzekering: deze levensverzekering keert eenmalig een bedrag uit als jij komt te overlijden. Dit geld kunnen nabestaanden gebruiken voor het regelen van je uitvaart.
Tevens is het mogelijk om extra vermogen op te bouwen voor je pensioen. Dit heet pensioensparen. Een voorbeeld hiervan is het fiscaal gunstige banksparen. Mocht jij onverhoopt al voor je pensioen komen te overlijden, dan gaat dit ‘spaarpotje’ naar jouw nabestaanden.