Box 3
In box 3 van de inkomstenbelasting, betaal je belasting over je spaargeld en beleggingen. Alleen de grote beleggingen (aanmerkelijk belang) worden belast in box 2. Kleine beleggingen en overig vermogen valt onder box 3. Je betaalt 1,2% belasting over je vermogen in box 3, dat boven het zogenaamde heffingsvrij vermogen uitkomt.
Heffingsvrij vermogen
Een deel van je vermogen wordt niet belast. Dit noemen we het heffingsvrij vermogen. In 2016 bedraagt het heffingsvrij vermogen in box 3 € 24.437 voor alleenstaanden en € 48.874 voor fiscaal partners. Je betaalt enkel belasting over het deel van je vermogen dat boven dit bedrag uitkomt. Bij een vermogen van € 50.000 betaal je als alleenstaanden dus nu nog belasting over € 25.563.
In 2015 lagen de bedragen voor het heffingsvrij vermogen lager, op respectievelijk €21.330 en € 42.660.
Schulden verrekenen met vermogen box 3
Bij het bepalen van je vermogen, wordt niet alleen naar je bezittingen, zoals spaargeld, beleggingen of een tweede woning gekeken. Ook schulden worden hierin meegenomen. Deze mag je aftrekken van het vermogen.
Een lening voor een auto of een negatief saldo op je bankrekening, mag je dus verrekenen met je vermogen. Hetzelfde geldt voor een studieschuld of een hypotheekschuld voor een tweede woning. De hypotheekschuld voor de woning waarin je woont, valt niet onder de schulden die je af mag trekken van het vermogen.
Belasting betalen box 3
Bij de berekening van de belasting in box 3 gaat de Belastingdienst ervan uit dat je 4% rendement behaalt op je vermogen. Over die 4% betaal je 30% belasting. 4% × 30% komt neer op 1,2% over het belastbare vermogen.
Rekenvoorbeeld box 3
- Je hebt in box 3 een belastbaar vermogen van € 28.670.
- De Belastingdienst gaat ervan uit dat je daarover 4% rendement behaalt. 4% van € 28.670 = € 1.147.
- Over dat ‘fictieve rendement’ van € 1.147 betaal je 30% belasting. De belasting die je uiteindelijk over je belastbare vermogen betaalt bedraagt € 344.
Inkomstenbelasting box 3 in 2017
Op 1 januari 2017 gaan er nieuwe belastingregels in voor de vermogensbelasting:
- Het heffingsvrij vermogen gaat van € 24.437 per persoon naar € 25.000 per persoon. Heb je een fiscaal partner, dan wordt het heffingsvrij vermogen verhoogd naar € 50.000.
- De Belastingdienst past het fictieve rendement aan waarover 30% belasting moet worden betaald. Voor mensen met een vermogen tot € 100.000 wordt het fictieve rendement 2,9% in plaats van 4%.
Rekenvoorbeeld inkomstenbelasting box 3 in 2017
Stel, je hebt samen met je fiscaal partner een spaarrekening met daarop een vermogen van € 70.000. Het heffingsvrij vermogen voor jullie samen is € 50.000. Over € 20.000 betalen jullie dus vermogensbelasting. De Belastingdienst gaat er vanaf 2017 vanuit dat je een rendement behaalt van 2,9% over die € 20.000 = € 580. Over die € 580 betaal je 30% vermogensbelasting = € 174.