Koop je een huis, een stuk grond of een bedrijfspand, dan krijg je te maken met overdrachtsbelasting. De overdrachtsbelasting voor een woning bedraagt 2%. Voor andere gebouwen of voor grond bedraagt de overdrachtsbelasting geen 2%, maar 6% van de waarde van het zogeheten ‘onroerend goed’.

Overdrachtsbelasting loopt via de notaris

Wanneer je een woning koopt, draag je 2% van de waarde van de woning af aan de Belastingdienst. Dit doe je niet zelf, maar de notaris doet namens jou belastingaangifte van de overdrachtsbelasting. Jij stort het geld voor de woning en de overdrachtsbelasting op de rekening van de notaris en hij zorgt voor de betaling van de overdrachtsbelasting aan de Belastingdienst.

Geen overdrachtsbelasting voor nieuwbouw

Als je een nieuwbouwwoning koopt, hoef je geen overdrachtsbelasting te betalen. De woning wordt immers niet overgedragen. Er woonde vóór de verkoop namelijk nog niemand in het nieuwbouwhuis.

Wel kun je met andere kosten te maken krijgen, zoals bouw- en grondrente die de aannemer rekent. Die rente is vaak hoger dan de hypotheekrente.

Vrijstelling overdrachtsbelasting bij doorverkoop

Koop je een huis dat zes maanden daarvoor nog van eigenaar wisselde, dan hoef je minder of geen overdrachtsbelasting te betalen. De overdrachtsbelasting wordt dan enkel berekend over de meerwaarde van het pand.

Op 1 januari 2012 werd de vrijstelling van overdrachtsbelasting tijdelijk verruimd naar drie jaar. Over woningen die tussen 1 september 2012 en 1 januari 2015 gekocht werden, en na maximaal 36 maanden weer doorverkocht werden, hoefde alleen overdrachtsbelasting over de meerwaarde van het pand betaald te worden. Deze vrijstelling is inmiddels weer vervallen.

Hypotheek voor overdrachtsbelasting

Alle kosten die het kopen van een huis met zich meebrengen (overdrachtsbelasting, notariskosten, etc.), vormen samen ongeveer 106% van de waarde van de woning. Momenteel bouwt de overheid de maximaal te verkrijgen hypotheek af. In 2016 kun je een hypotheek krijgen van maximaal 102% van de waarde van de woning. 

Tot 2018 daalt dat maximum met één procent per jaar. Een goed gevulde spaarrekening heeft iedere koper dus nodig, omdat niemand voldoende kan lenen om alle bijkomende kosten én de woning zelf te kunnen betalen.