Finipedia

Vermogensbelasting

Over je vermogen betaal je vermogensbelasting. Vermogen is de waarde van je geld, eventueel tweede huis en beleggingen minus je schulden. Vermogensbelasting betaal je in box 3 over een fictief rendement van 4%. Dat wil zeggen: de Belastingdienst gaat ervan uit dat het rendement dat je uit je vermogen haalt 4% is. Daarover betaal je 30% vermogensbelasting. Dat komt neer op een belasting van 1,2% over het vermogen.

Voorbeeld vermogensbelasting

Bezittingen:

Schulden:

Spaarrekening met € 40.000

Persoonlijke lening € 10.000

Beleggingsportefeuille met € 30.000

 

Totaal: € 70.000

€ 10.000

Totaal vermogen:   € 70.000 - € 10.000 = € 60.000


Heffingsvrij vermogen voor vermogensbelasting

Je hebt dus € 60.000 aan vermogen in box 3. Toch hoef je geen vermogensbelasting te betalen over de volledige € 60.000. Dit omdat de Belastingdienst een heffingsvrij vermogen hanteert. Dat is het bedrag waarover je geen belasting hoeft te betalen. In box 3 is dat heffingsvrij vermogen per 2016 voor alleenstaanden € 24.437 en voor partners het dubbele. In 2015 gold een heffingsvrij vermogen van € 21.330.

Voorbeeld vermogensbelasting betalen

 

Heffingsvrij vermogen

Vermogensbelasting betalen over

Verschuldigde vermogensbelasting (30% over 4% rendement)

Alleenstaand

€ 24.437

€ 60.000 - € 24.437 = € 35.563

€ 427

Met fiscaal partner

€ 42.660

€ 60.000 - € 48.874 = € 11.126

€ 134


Vermogensbelasting vanaf 2017

Vanaf 2017 gaat er heel wat veranderen in de vermogensbelasting. Het nieuwe belastingstelsel voor vermogensbelasting gaat er als volgt uitzien:

  • Het heffingsvrij vermogen gaat verder omhoog. Van € 24.437 per persoon naar € 25.000 per persoon.
  • Het fictieve rendement waarover je 30% belasting moet betalen, verandert. Heb je een vermogen tot maximaal € 100.000, dan wordt het fictieve rendement 2,9% in plaats van 4%.

Lid worden

Rekenvoorbeeld inkomstenbelasting box 3 in 2017

Stel, je hebt samen met je fiscaal partner een spaarrekening met daarop € 80.000. Dat is jullie vermogen in 2017. Het heffingsvrij vermogen voor jullie samen is € 50.000. Over € 30.000 betalen jullie dus vermogensbelasting. De Belastingdienst gaat er vanaf 2017 vanuit dat je een rendement behaalt van 2,9% over die € 30.000 = € 870. Over die € 870 betaal je 30% vermogensbelasting = € 261.

Persoonsgebonden aftrek box 1 en vermogensbelasting

In box 1 betaal je inkomensbelasting over je salaris of uitkering. In box 1 bestaan aftrekposten. Zo kun je de studiekosten die je betaalt voor je kind aftrekken van je belastbaar inkomen (het inkomen waarover je belasting moet betalen). Alle aftrekposten bij elkaar vormen je 'persoonsgebonden aftrek'.

Soms is je inkomen 'te laag' om al je aftrekposten daadwerkelijk te kunnen aftrekken. In dat geval mag je het overblijfsel van je persoonsgebonden aftrek uit box 1 meenemen naar box 3. De persoonsgebonden aftrek mag je dan van de 4% rendement halen.

Rekenvoorbeeld persoonsgebonden aftrek

Stel: je hebt na aftrek van het heffingsvrij vermogen nog € 37.340 belastbaar vermogen. Het fictieve rendement hiervan is € 1.493,60 (=4%). Daarover zou je 30% belasting betalen. Maar, omdat je een overblijfsel persoonsgebonden aftrek uit box 1 van € 1.000 hebt, daalt het fictief rendement van € 1.493,60 naar € 493,60. Hierover betaal je 30% belasting, wat neerkomt op € 148.

Voor een optimale gebruikservaring maakt Wegwijs.nl gebruik van Cookies. Accepteren Meer informatie