Alleenstaande ouderkorting
De alleenstaande ouderkorting was een heffingskorting op de inkomstenbelasting voor alleenstaande ouders. We zeggen ‘was’, omdat de alleenstaande ouderkorting in 2015 is afgeschaft. De alleenstaande ouderkorting bestaat niet meer om het stelsel van kindregelingen te vereenvoudigen en de overheidsbegroting op orde te brengen.
Wat was de alleenstaande ouderkorting?
De hoogte van de alleenstaande ouderkorting was afhankelijk van de leeftijd van het kind en lag tussen de € 947 en € 1.319.
Overgangsregeling alleenstaande ouderkorting
Voor veel alleenstaande ouders kan de afschaffing van de alleenstaande ouderkorting als een groot gemis voelen. Daarom bestaat een overgangsregeling. Ben je alleenstaande ouder zonder toeslagpartner en heb je recht op kindgebonden budget, dan kun je sinds 2015 een verhoging van het kindgebonden budget krijgen ter vervanging van de alleenstaande ouderkorting.
Toch nog alleenstaande ouderkorting
Over eerdere jaren kun je met terugwerkende kracht alleenstaande ouderkorting krijgen. Had je bijvoorbeeld in 2014 recht op alleenstaande ouderkorting, maar heb je over dat jaar nog geen belastingaangifte gedaan? Dan kun je alsnog in aanmerking komen voor alleenstaande ouderkorting over 2014. Je komt in aanmerking voor de alleenstaande ouderkorting als je aan de volgende voorwaarden voldoet.
- Geen fiscale partner
In het jaar waarover je belastingaangifte doet, heb je minimaal zes maanden geen fiscale partner gehad. - Kinderen jonger dan 18 jaar
Je hebt minimaal één kind dat op 1 januari van het jaar waarover je aangifte inkomstenbelasting doet, jonger is dan 18. Doe je belastingaangifte over 2014, dan moet één kind op 1 januari 2014 jonger zijn dan 18. - Kind onderhouden
Je onderhoudt je kind voor minimaal een bepaald bedrag per kwartaal. In 2014 is dat bedrag € 416 en in 2013 € 408.
- Kind woont bij jou
Het kind waarvoor je alleenstaande ouderkorting ontvangt, woont bij je in huis en staat ook op jouw adres ingeschreven bij de gemeente. - Kind geen eigen inkomen
Je kind heeft niet genoeg eigen inkomen of vermogen om van te leven.