De algemene heffingskorting is een korting die de Belastingdienst geeft op de inkomstenbelasting in box 1. In box 1 betaal je belasting over je salaris of uitkering. Iedereen heeft recht op de algemene heffingskorting. Het is afhankelijk van je inkomen hoe hoog de algemene heffingskorting is en hoe hoog dus de korting is op de belasting die je moet betalen.

Algemene heffingskorting inkomensafhankelijk

Hoe hoger je inkomen, des te lager is de algemene heffingskorting.

• De maximale algemene heffingskorting in 2016 is € 2.242. Deze korting geldt voor inkomens tot € 19.922.
• Verdien je tussen de € 19.992 en € 66.417, dan is de heffingskorting afhankelijk van je belastbaar inkomen. De korting wordt als volgt berekent: € 2.242 - 4,822% x (belastbaar inkomen uit werk en woning - € 19.922).
  Stel, je belastbaar inkomen bedraagt € 50.000. De algemene heffingskorting waar je recht op hebt, bedraagt dan € 792. (4,822% van € 30.078 (€ 50.000 - € 19.922)is € 1.450, € 2.242 - € 1.450 is € 792.)
  
• Is de inkomen hoger dan € 66.437, dan heb je geen recht op algemene heffingskorting. 

Uitbetaling overschot algemene heffingskorting

Het kan gebeuren dat de belasting die je moet betalen lager is dan de algemene heffingskorting. Dat betekent een negatief bedrag aan belasting. Onder bepaalde voorwaarden betaalt de Belastingdienst het overschot van de algemene heffingskorting aan je uit. Je krijg dan dus een belastingteruggave.

Die voorwaarden zijn:

• Je hebt meer dan zes maanden dezelfde partner
  
• Die fiscale partner is wel voldoende belasting verschuldigd. Dat wil zeggen dat je partner meer belasting moet betalen dan jouw overschot van heffingskortingen.