Zorgverzekering 2016: patiënt aan zet?
Meer zicht op kwaliteit gewenst

Patiënten moeten de zorgverzekering gaan verbeteren. Als zij meer betrokken worden bij het contracteren van artsen en ziekenhuizen, dan zou dat het hele stelsel ten goede komen. Dat concluderen de zorgreuzen Achmea en CZ, met bijval van de patiëntenorganisaties. Tussen artsen en zorgverzekeraars bestaat veel onderling wantrouwen. Met patiënteninspraak kan veel wantrouwen worden weggenomen. Wat schiet jouw polis ermee op?
Huisartsen, apothekers, logopedisten en andere zorgverleners liggen bijna jaarlijks overhoop met zorgverzekeraars om hun contracten. Er ligt een document dat ze kunnen tekenen, of niet. Van onderhandeling is zelden sprake. Verzekeraars zeggen dat het onmogelijk is om elk jaar opnieuw met de tienduizenden zorgverleners in Nederland afzonderlijk te onderhandelen.
Een groep van 500 huisartsen weigert momenteel een contract te tekenen met zorgverzekeraar VGZ. Sommige behandelingen, zoals het verhelpen van een ingegroeide teennagel, worden daarom door de zorgverzekeraar niet meer vergoed. De huisartsen weigeren die zorg niet aan hun patiënten, maar betalen deze behandelingen voor VGZ-klanten nu uit eigen zak.
Ligt het aan de verzekeraar of aan het ziekenhuis?
Zoals de VGZ-weigerende huisartsen kunnen er meer conflicten ontstaan. Als op veel plaatsen de geldkraan dichtgaat, waarschuwen de artsen dat zorgprojecten moeten stoppen en innovaties worden uitgesteld. Dat zou een stevige en onnodige achteruitgang betekenen. Volgens de artsen en ziekenhuizen komt dat omdat zorgverzekeraars alleen maar naar geld kijken bij het contracteren. De verzekeraars vinden daarentegen dat ze te weinig informatie krijgen van de artsen om goed op kwaliteit te kunnen contracteren.
Door de voortdurende ruzie tussen verzekeraars en zorgverleners is het vertrouwen in de zorgverzekeraars tot een dieptepunt gedaald. Dat terwijl vertrouwen voor 1 op de 6 mensen de doorslag geeft om voor een verzekeraar te kiezen.
Patiënten maken het verschil
Terug naar het plan van Achmea en CZ. De oplossing zit ‘m in het objectief kunnen meten van kwaliteit in de zorg. Of anders gezegd: als artsen goed werk meetbaar maken, dan kunnen ziekenhuizen en zorgverleners beter met elkaar vergeleken worden. Zolang dat echter onvoldoende mogelijk is, kunnen patiënten het verschil maken.
Patiënten ondersteunen en adviseren elkaar via patiëntenfederaties. Zo zijn er bijvoorbeeld federaties voor diabetici en mensen met hart- en vaatziekten, maar ook voor kinderen of bepaalde cultuurgroepen. Bij hen is enorm veel kennis en ervaring beschikbaar over de kwaliteit van ziekenhuizen en zorgverleners. Deze federaties worden nu ook al als gesprekspartner betrokken door de verzekeraars, maar die rol zou fors uitgebreid kunnen worden.
De koepelorganisatie van patiëntenfederaties NPCF, maar ook de Consumentenbond, zien meer inspraak wel zitten. Als de organisaties aantoonbaar kunnen maken dat ze macht hebben en verbeteringen voor elkaar krijgen bij de zorgverzekeraars, is dat een goede stap naar een zorgverzekeringenmarkt met een breed draagvlak. Als consument is het goed te weten dat de inhoud van je polis ook door ervaringsdeskundigen beoordeeld is.