Laagste hypotheekrente sinds Karel de Vijfde - anno 1540
Verwachting: Hypotheekrente daalt nog verder

In december 2010 ontstond enige commotie over het renteniveau in Nederland. De Nederlandse staat kon geld lenen tegen een tien jaar vaste rente van slechts 2,95%. Belangrijk, omdat van dit percentage maatstaf is voor de uiteindelijke bepaling van de hypotheekrente. Een rente van 2,95 procent bleek het laagste renteniveau in op z'n minst 470 jaar. Op z'n minst, want in het jaar 1540 werden onder het bewind van Karel de Vijfde (stiefvader van Willem van Oranje) voor het eerst de rentetarieven vastgelegd. Of de rente in de eeuwen daarvoor ooit lager is geweest, ja, of er überhaupt staatsleningen bestonden, dat vermelden de annalen niet.
Ook in het jaar 1895, onder koningin Emma, was de rente erg laag
(2,98%), maar nog niet zó laag als in 2010, toen het diepterecord
werd gevestigd. In 2011 en 2012 ging de rente langzaam weer omhoog
naar algemeen acceptabel geachte normen. De rente schurkte zelfs
even tegen de 4 procent aan. Edoch, sinds dat jaar kwam de rente in
een glijvlucht terecht. Zodanig zelfs dat vandaag de dag nog wat
schamper naar het record uit 2010 wordt gekeken.
Diepterecord op diepterecord
Enkele maanden geleden daalde het renteniveau tot onder de 2
procent, een ongekend en onverwacht dieptepunt. Vandaag de dag
kijken we zelfs daar niet meer van op, want op vrijdag 14 augustus
2014, dook de rente al heel even onder de 1,2 procent en in
Duitsland zelfs onder de 1 procent. Inmiddels wordt men dag na dag
verrast door de rentestand. Bijna elke dag is er inmiddels wel "een
laagste stand ooit".
Financiële experts blijven zich verbazen. Niemand die nu leeft
heeft enige referentie. Niemand kan dus op basis van ervaring een
zinnig antwoord geven op waar dit op uitdraait. Er is geen
verwijzing naar historische tijden mogelijk. Ook op de kennis van
onze voorvaderen kunnen wij nu dus voor het eerst niet leunen. We
zullen het zelf moeten uitzoeken.
Hoogste rentes in 1981 en 1600
Tijden met dergelijke lage rentetarieven zijn dus niet te vinden.
Periodes met zeer hoge rentetarieven hebben sommigen nog wel in
herinnering. Zo lag het gemiddelde hypotheekrenteniveau aan het
begin van de tachtiger jaren rond de 12 procent. De Westland
Utrecht Hypotheekbank spande in januari 1981 de kroon met een 10
jaar vaste rente van 13,1 procent voor de toenmalige No-Risk
Hypotheek. Ook voor spaargeld werden toen door de banken fikse
rentetarieven neergeteld. Voor een driemaands deposito werd begin
1981 zelfs ruim 15 procent rente aan de spaarder verstrekt.
Nederland was in zware recessie als gevolg van de oliecrisis.
Arabische landen dreven de olieprijzen op door de toevoer aan olie
af te knijpen. Inflatiepercentages van 8 á 9 procent waren het
gevolg. Toen de rente als gevolg daarvan sterk steeg dook de
woningmarkt in elkaar, erger nog dan de afgelopen jaren. Overigens,
de rente was ooit nóg hoger dan in 1981. In het jaar 1600, het jaar
van de Slag bij Nieuwpoort door prins Maurits, steeg de rente tot
boven de 16 procent.
Niveau hypotheekrente
Het niveau van de hypotheekrente is al honderden jaren gerelateerd
aan het renteniveau waarvoor de staat geld kan lenen (SL-niveau).
In 2005, historisch gezien dus nog zeer recent, lag het 10-jarige
SL-niveau op 3,01 procent, terwijl de gemiddelde 10-jaars
hypotheekrente toen op 3,78 procent lag. De goedkoopste hypotheek
kwam toen bij Argenta vandaan met een rente van 3,45 procent, de
laagste hypotheekrente in honderden jaren.
De gemiddelde rentemarge van geldverstrekkers lag in 2005 hiermee
op 0,77 procent. Als reactie op de kredietcrisis is de
rentemarge bij banken echter opgelopen. Banken verkopen dit aan het
publiek vanwege het hogere risico dat zij momenteel "menen" te
lopen. Daarbij wordt regelmatig verwezen naar het aantal huizen dat
qua hypotheek "onder water staat". Dat banken daardoor aan hun
financieel laakbare gedrag in het verleden zelf schuldig zijn, komt
daarbij zelden "boven water".
Te hoge rentemarge banken
Nu de SL-rente is gezakt naar 1,2 procent en de gemiddelde
10-jarige hypotheekrente in Nederland momenteel op zo'n 3,4 procent
ligt (laagste rente momenteel 3,15%) is de rentemarge van de banken
gegroeid naar maar liefst 2,2 procent. Die marge is aanzienlijk
groter dan de marge die banken meenden nodig te hebben toen de
risico's volgens banken zeer groot waren. Door de toename van het
aantal hypotheken met zo'n 40% t.o.v. vorig jaar moeten de banken
nu dus behoorlijk binnenlopen.
Hypotheekrente zakt nog verder
Daarnaast is door een strengere acceptatiepolitiek het risico dat
banken met klanten hypotheekproblemen krijgen aanzienlijk gedaald.
Bovendien blijkt het verlies uit die rommelhypotheken van 2008 heel
erg mee te vallen.
De enige reden die banken nu nog hebben om een grotere rentemarge
aan te houden, wordt veroorzaakt door de ECB, die meent dat banken
voortaan meer geld in kas dienen te hebben om eventuele catastrofes
op te kunnen vangen (buffers). Die buffers moeten nu dus, bij
bijna risicoloze hypotheken, in hoog tempo aansterken. Het kan dus
haast niet anders of de hypotheekrentetarieven zullen in de komende
weken nog verder dalen.
De laagste actuele hypotheekrente per rentevast termijn wordt per
moment bijgehouden op de
rentepagina.