Restschuld zorgt voor huisarrest
Financieren restschuld mogelijk, maar niet bij verzekeraars

Hoewel de AFM en de Belastingdienst het financieren van een restschuld mogelijk hebben gemaakt, blijkt het in de praktijk nog veel te moeilijk. Verzekeraars die optreden als hypotheekverstrekkers zijn weinig toeschietelijk richting klanten die een schuld uit de oude woning met zich mee torsen. Maar ook banken zijn de gemakkelijkste niet. De informatieverstrekking is onder de maat en als het wel lukt dan is het met merkbare tegenzin, zegt de Vereniging Eigen Huis (VEH). De VEH wil dat verzekeraars hun starre houding opgeven, en vraagt de overheid om de financiering van een restschuld langer fiscaal aftrekbaar te maken.
Het Verbond van Verzekeraars herkent zich niet in de aantijgingen van de VEH, zij vinden dat verzekeraars voldoende actief met hun klanten naar oplossingen zoeken. De problemen liggen volgens hen in de regels. "Wel worden verzekeraars belemmerd door het feit dat zij, anders dan banken, geen consumptief krediet in dit soort situaties mogen verstrekken.". Waar de verzekeraars zelf nog ruimte hebben om de informatievoorziening te verbeteren zullen zij dat doen, belooft de brancheorganisatie van verzekeraars.
Onbegrijpelijk
De verklaring van het Verbond is onbegrijpelijk. "Consumptief krediet is alleen aan de orde als je na je koophuis weer wilt gaan huren. Als je dan een restschuld overhoudt, dan krijg je een consumptief krediet. Maar voor mensen die een ander huis willen kopen gaat het gewoon om hypothecaire kredieten. Dat is waar de discussie over gaat."
Volgens woordvoerder van de VEH, André de la Porte, blijven grote bankverzekeraars ver achter in hun dienstverlening vergeleken met de conventionele banken. Een aantal bankverzekeraars heeft aangegeven dat ze bezig zijn om restschuldfinanciering in de toekomst mogelijk te maken, anderzijds maken partijen als Aegon en ASR nog helemaal geen aanstalten in die richting.
Verwarring alom
'Verzekeraars helpen huiseigenaren met restschuld niet', zo bracht het ANP het nieuws vandaag de wereld in. 'Iemand die na de verkoop van zijn huis en restschuld heeft, hoeft lang niet altijd te rekenen op hulp van zijn verzekeraar', zo luidt de eerste zin. Nee, en de bakker, slager en boekhandel staan ook al niet te springen. De verzekeraar speelt in deze context de rol van hypotheekverstrekker en moet dus aangeduid worden als bankverzekeraar.
Als journalisten al moeite hebben met de definitie van een bank, verzekeraar en een hypotheekverstrekker, hoe moeten consumenten het onderscheid dan kunnen maken? Een schone taak voor de financiële wereld: maak duidelijk wie je bent en wat je doet.
Aftrekbaarheid gelijk aan hypotheek
Als het aan de VEH ligt is er voor de overheid ook nog een taak. Momenteel is een restschuldfinanciering slechts tien jaar fiscaal aftrekbaar. Daarom moet een restschuld vaak ook in die tien jaar worden afgelost. Dat maakt de maandlast van die restschuld vaak onnodig hoog, en daarmee wordt het aantal mensen dat in aanmerking kan komen voor restschuldfinanciering beperkt.
De VEH pleit ervoor om de renteaftrek van de restschuld gelijk te trekken met de resterende looptijd van de hypotheek. Volgens de VEH is het verschil tussen 10 jaar en 20 jaar renteaftrek met een restschuld van 25.000 euro ruim 100 euro bruto per maand.
De Vereniging Eigen Huis gaat zelf ook niet helemaal vrijuit als het gaat om restschuldfinancierig. De Eigen Huis-hypotheek die de bank aan haar leden adviseerde, werd afgehandeld door bankverzekeraar FBTO. Laat dit nu net een bankverzekeraar zijn die als onderdeel van het Achmea-concern weigert een restschuldfinanciering te verstrekken. Volgens André de la Porte zijn er gesprekken geweest met Achmea waarin zij hebben aangegeven dit jaar nog te willen beginnen met restschuldfinanciering.