Meer op het terras geen reden voor groei
Risico op armoede kleinst in Nederland

De economie in Nederland gaat er niet op vooruit. In het eerste kwartaal van dit jaar werd 1,4% minder uitgegeven. Even schrikken, net nu het beter lijkt te gaan en politici ons voorhouden dat het lek boven is. De schrik is gelukkig van korte duur. Als we beter kijken naar het totaalbeeld, is er zeker reden tot optimisme. Zelfs als het tegenzit in je persoonlijke financiën, is de kans op armoede klein. Nederland staat wat betreft sociale voorzieningen nog steeds aan de Europese top.
Dat we minder hebben uitgegeven, is vooral te wijten aan het
zachte weer tijdens de start van het jaar. De verwarming bleef
vaker uit en de energiekosten daalden fors. Deze daling viel niet
te compenseren met bijvoorbeeld meer bestedingen op het terras. Ook
in de bouw werd flink gewerkt, zonder de belemmering van
vrieskou.
Waar zit de groei wel in?
Voor de lange termijn is vooral positief dat de industrie en de
verkoop van producten aan het buitenland stijgen. Zo produceerden
Nederlandse fabrieken vier procent meer dan in dezelfde periode
vorig jaar. Vooral in het buitenland waren de Nederlandse producten
in trek. Als we energiezaken als aardgas buiten beschouwing laten,
steeg de verkoop aan buitenlandse bedrijven met drie procent.
Dat de fabrieksmachines weer op volle toeren draaien, is
belangrijker dan het effect van een warm voorjaar. Wanneer
buitenlandse bedrijven meer bestellen, is er een teken van groei in
die landen. Positief voor ons land dat bekend staat om de vele
handel over de grens.
Flexibel werken
Het kabinet krijgt de werkloosheid moeilijk in toom. Toch staat
Nederland op de derde plek binnen de EU op het gebied van
werkgelegenheid. Veel werkgevers geven de voorkeur aan flexibele
arbeidscontracten. Dit is een bekend fenomeen wanneer het na een
mindere periode weer beter gaat. Bedrijven willen wel investeren
maar durven het minder snel aan om vast personeel in dienst te
nemen. Na verloop van tijd komt dat vanzelf weer.
Risico op armoede kleinst in Nederland
15 procent van de Nederlanders loopt het risico op armoede, wat
wil zeggen dat het inkomen lager is dan 60 procent van het
gemiddelde inkomen. Hiermee staat Nederland aan de Europese top.
Zelfs in als welvarend bekend staande landen als Zweden en Finland
is het risico groter.
Het meest vatbaar zijn Bulgaren, maar liefst de helft van de
bevolking moet rekening houden met armoede. Ondanks de bezuinigen
wonen we in een sociaal land. Dit valt vooral op in vergelijking
met bijvoorbeeld Italië. Op vakantie valt het wellicht minder op
maar de gemiddelde Italiaan is met circa 30 procent kans op armoede
slechter af.
Armoede is een relatief begrip. Wat het Europese
onderzoeksbureau niet meeneemt is het prijspeil in een land. Met
andere woorden, wat kun je met jouw inkomen kopen. Een gedaalde
woningprijs is bijvoorbeeld ook niet bij de berekening inbegrepen.
Ondanks kanttekeningen blijft de boodschap dat het beter gaat
overeind. Al hebben we daar het buitenland wel bij
nodig.