Pensioen van 200.000 Nederlanders omlaag
ABP en PGGM met hakken over de sloot

Vanaf 1 april 2014 wordt er bij 200.000 gepensioneerden minder pensioen bijgeschreven dan voorheen. Dat zijn de gedupeerde deelnemers van 29 pensioenfondsen. Bij deze fondsen lukte het niet de kassen vol genoeg te houden. Zo gaat bijvoorbeeld het pensioen voor mensen uit de agrarische sector met 10,8 procent omlaag, nadat eerder al 7 procent werd afgeroomd. Gelukkig is er ook goed nieuws. De grootste fondsen ABP en PGGM hebben de catastrofe te nauwer nood ontweken. Voorjaar 2014: tijd voor een evaluatie na alle pensioenperikelen.
De Nederlandsche Bank mag als
toezichthouder tevreden zijn. In april 2013 verwachtte men nog dat
37 fondsen zouden korten. 700.000 deelnemers zouden benadeeld
worden. Bovendien bedraagt de gemiddelde bezuiniging voor slecht
presterende fondsen niet de voorspelde 1,7 procent, maar 1,3
procent. En het inkomen vanuit de AOW stijgt iets.
Gepensioneerden gered
Al met al vallen de gevolgen voor het merendeel van de
gepensioneerden dus mee. Daarmee is de discussie echter niet
teneinde. Zodra er opnieuw economische tegenslag is, zullen
dezelfde problemen net zo hard terugkeren.
Oud-premier Jan Peter Balkenende zei ooit dat het kabinet bezig
was "het dak te repareren nu de zon schijnt". Van de wolkbreuk die
in aantocht was, wist hij nog niets. Nu er een voorzichtig
lentezonnetje begint te schijnen, zouden er wederom zaken hersteld
moeten worden.
Langer leven, minder vangen?
De leeftijd van Nederlanders stijgt nog steeds. Voor dat
'probleem' is er nog geen oplossing. Ja, de AOW-leeftijd schuift
op, maar bij het werkgeverspensioen durft men een rigoureuze
beslissing (nog) niet te nemen. Een gefaseerde aanpassing van de
pensioenuitkering is moeilijk bespreekbaar.
Niet schokbestendig
De formule waarmee pensioenfondsen moeten uitrekenen of
ze over tientallen jaren nog voldoende geld in kas hebben om
deelnemers het aan hun beloofde pensioen te geven, is gebaseerd op
de korte termijn. Bovendien is deze procyclisch. Dat houdt in dat
de vooruitzichten in goede economische tijden groen kleuren, maar
bij tegenspoed gitzwart.
Inmiddels is de tijd aangebroken om een rekenmethode te
ontwikkelen die economische schokken weet te dempen in plaats van
deze te versterken.
Het wijzigen van pensioenafspraken is altijd heikel.
Gepensioneerden zetten zich af tegen de werkende jongeren en vice
versa. Iedereen heeft iets te verliezen, maar tegelijkertijd is
niemand gebaat bij paniek. Nu de gemiddelde dekkingsgraad in
Nederland weer op 110 procent ligt, zullen de gevolgen van
eventuele aanpassingen minder hard aankomen. Voor we tegen nieuwe
problemen oplopen, is het daarom verstandig om nu over hervormingen
te gaan praten. Alleen dan kan een echte clash van generaties
voorkomen worden.