Nederland en de crisis
Hoe staan we er nu voor?

Waarschijnlijk hebben de Grieken in 2014 opnieuw veel geld nodig om niet alsnog failliet te gaan. Los van deze recente uitspraak van een vooraanstaand Duitse econoom is het verdacht stil rond het zuid-Europa. Ook politici en beleggers maken zich minder druk om de economisch zwakkere landen als Spanje en Cyprus. In plaats daarvan is de aandacht gericht op alles dat wél goed gaat. Dat optimisme is niet geheel onterecht: In het tweede kwartaal van 2013 ging Europa er voor het eerst in bijna twee jaar weer op vooruit. Kunnen we stellen dat de crisis op zijn eind loopt?
Hoewel er over Europa positieve geluiden klinken, is in eigen
land het lek nog niet helemaal boven. Onze binnenlandse economie is
in het tweede kwartaal gekrompen, zowel in vergelijking met het
kwarrtaal ervoor als in dezelfde periode een jaar eerder. Met een
achteruitgang van 1,8 procent op jaarbasis waren 'zelfs' de
Spanjaarden (-1,7) ons voor.
Economische groei?
Wat is dat eigenlijk, ecomische groei? Er is niet één vaste
definitie van. Er zijn verschillende methodes om de economische
toestand in een land te beoordelen. Een veelgebruikte
internationale manier is het bepalen van het zogenoemde Bruto
Binnenlands Product (bbp). Samengevat is dit een optelling van
alles wat in een land verkocht wordt. Daarbij gaat het om zowel om
bijvoorbeeld de dagelijkse boodchappen (producten) als de kosten
voor het televesieabonnement (diensten). Als de totale waarde
hiervan stijgt, is er sprake van groei. Zoals iedere methode is ook
deze niet waterdicht. Stel bijvoorbeeld dat er vanwege
ongeregeldheden steeds meer politie aanwezig moet zijn bij
voetbalwedstrijden. In dat geval stijgen de kosten voor de inzet
van de politiemacht. Dit draagt aan de 'groei' van de economie,
terwijl er van daadwerkelijke vooruitgang geen sprake
is.
Dijsselbloem belooft groei
Minister Dijsselbloem beloofde recent op een PvdA-bijeenkomst dat
de Nederlandse economie in 2014 licht groeit. Ook de voorspelling
van het Centraal Planbureau slaat uit naar de positieve kant van de
balans. Onduidelijk is echter nog wat de extra
bezuinigingsmaatregelen van zes miljard voor effect hebben.
Dijsselbloem geeft aan dat de bezuinigingen de crisis niet
veroorzaakt hebben en dat ze van beperkte invloed zijn op de groei.
Een wat merkwaardige uitspraak. Wanneer je meer belasting betaalt
of wanneer zorg een groter deel van je inkomen opslokt, ligt het
voor de hand dat je minder over hebt voor andere zaken. Die nieuwe
auto of de geplande vakantie wordt in dat geval nog even
heroverwogen. Instanties als het Internationaal Monetair Fonds zijn
om die reden tegen al te straffe bezuinigingen.
Duitsers hebben meer schuld
Het is niet fair om Nederland alleen te beoordelen op de
economische groei. Wat dat betreft heeft Dijsselbloem wel een punt.
Bijvoorbeeld de schulden die een overheid heeft, zijn ook van
belang. Overheden die veel geld spenderen aan zaken als wegenbouw
en zorg, stimuleren de groei. Dit lijkt postief, maar de schulden
van overheden zijn juist de oorzaak van de crisis in Europa. Dat is
dan ook de reden dat onze regering liever niet meer dan drie
procent wil uitgeven dan dat er binnenkomt.
Kijken we naar de overheidsuitgaven, dan staat Nederland er juist
beter voor dan andere landen. Zelfs de veelgeprezen Duitse overheid
heeft meer schulden. Ook qua werkgelegendheid doen we het niet
slecht. De werkloosheid van 7 procent is weliswaar hoger dan een
jaar geleden, maar verbleekt bij de 27,6 procent in Griekenland, of
de 26,3 procent in Spanje.
Het gaat beter in Europa. Met de lichte groei van de
Europese economie wordt in ieder geval een periode van neergang
doorbroken. De stelling dat de crisis achter de rug is durven we
nog niet aan. Daarvoor is nog te onzeker of de groei weet door te
zetten. Maar hoe dan ook, ondanks een slag om de arm is er in ieder
geval niet alleen slecht nieuws meer!