Wanneer houden pensioenfondsen op te bestaan?
Wat pensioen kan leren van zorgverzekeringen
Eind 2013 gaan de pensioenen weer verder omlaag. Er moet gekort worden bij de fondsen, voor de zoveelste keer. Klanten raken terecht ontevreden. En toch krijgen de fondsen nieuwe aanwas. Waarom? De klanten hebben geen keus. Waar iedere Nederlander zelf zijn zorgverzekeraar mag kiezen, geldt dit niet voor pensioen. De pensioenregeling zit verankerd in het arbeidscontract. Hiervan afwijken kan niet. Onbegrijpelijk anno 2013, waar we juist steeds meer zelf onze zaken regelen.
In Nederland hechten we een hoop waarde aan onze keuzevrijheid.
Maar aan een pensioenfonds zitten we vast. De alternatieven:
verzekeraars en / of banken. Het is niet zo zeer dat zij wél alles
goed doen, maar de keuzevrijheid is in ieder geval groter.
Pensioen versus zorgverzekering
Kijken we naar de zorgverzekering van 2013, dan is de goedkoopste
zorgverzekeraar € 92,90 (Promovendum) en de duurste verzekeraar €
118,25 (Zilveren Kruis). Dit betreft een basisverzekering met exact
dezelfde dekking. Die € 26,25 verschil per maand (ofwel € 315 per
jaar) ontstaat doordat de ene verzekeraar processen en
administratie goed op orde heeft en de andere verzekeraar hoge
administratieve kosten maakt.
Meer aanbieders, meer concurrentie
Veel aanbod drukt de prijs. Dat zie je nu gebeuren op de
woningmarkt. Is de situatie andersom en is de keuze beperkt, dan
worden producten juist duurder. Je kan dan hooguit beslissen het
product zelf niet te nemen.
Maar veruit de slechtste situatie ontstaat wanneer je als klant
géén keuze hebt en iemand anders voor jou beslist. Je hebt dan geen
keuzevrijheid, geen invloed op de prijs die je betaalt en als het
product niet deugd, kan je niet weg. En dat is precies hoe het
Nederlandse pensioenstelsel in elkaar zit.
Alsof het gebrek aan keuzevrijheid nog niet erg genoeg is, blijken
de pensioenfondsen ook nog eens heel gesloten over de
kostenstructuur van hun beleggingen, zo
concludeerde de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in haar
rapport.
Pensioenstelsel op de schop
Kortom: ons pensioenstelsel moet op de schop. Mensen moeten zelf
hun keuzes gaan maken. Op dat moment gaan de aanbieders met elkaar
concurreren en dat zal in veel gevallen gunstig zijn voor de prijs,
ofwel: gunstig voor jouw pensioenuitkering. Ook zullen aanbieders
gedwongen worden om pensioen begrijpelijker te maken voor de
consument. Want hoe beter het pensioenfonds je informeert, hoe
sneller je als klant voor hen zal kiezen.
Meer of minder pensioen?
Om toch een kritische kanttekening hierbij te maken: meer
keuzevrijheid zal niet betekenen dat iedere Nederlander overstapt
naar de voordeligste aanbieder en gegarandeerd meer pensioen
overhoudt. Kijk je over een periode van 30 jaar, dan heeft beleggen
meer opgeleverd dan sparen. Maar dat betekent niet dat we massaal
zijn gaan beleggen. Het gros van de Nederlanders heeft nog altijd
een spaarhypotheek en er staan nog steeds miljarden op een slecht
renderende spaarrekening. Blijkbaar is de zekerheid van een lage
rente voor veel Nederlanders meer waard, dan een veel hogere rente
met iets meer risico.
Kies je als Nederlander zelf voor een pensioenfonds,
verzekeraar of wellicht bank, dan kun je zelf beslissen hoe jouw
geld belegd of gespaard moet worden. Je weet dan waar je op kunt
rekenen aan het einde van je pensioendatum. Bovendien ben je door
meer concurrentie voordeliger uit. Voor nu is het wachten tot het
moment dat de discussie hierover écht op gang komt. Wat ons betreft
mag hij beginnen.