Nieuws

Wanneer houden pensioenfondsen op te bestaan?

Wat pensioen kan leren van zorgverzekeringen

dinsdag 30 juli 2013
Wanneer houden pensioenfondsen op te bestaan?

Eind 2013 gaan de pensioenen weer verder omlaag. Er moet gekort worden bij de fondsen, voor de zoveelste keer. Klanten raken terecht ontevreden. En toch krijgen de fondsen nieuwe aanwas. Waarom? De klanten hebben geen keus. Waar iedere Nederlander zelf zijn zorgverzekeraar mag kiezen, geldt dit niet voor pensioen. De pensioenregeling zit verankerd in het arbeidscontract. Hiervan afwijken kan niet. Onbegrijpelijk anno 2013, waar we juist steeds meer zelf onze zaken regelen.

In Nederland hechten we een hoop waarde aan onze keuzevrijheid. Maar aan een pensioenfonds zitten we vast. De alternatieven: verzekeraars en / of banken. Het is niet zo zeer dat zij wél alles goed doen, maar de keuzevrijheid is in ieder geval groter.

Pensioen versus zorgverzekering
Kijken we naar de zorgverzekering van 2013, dan is de goedkoopste zorgverzekeraar € 92,90 (Promovendum) en de duurste verzekeraar € 118,25 (Zilveren Kruis). Dit betreft een basisverzekering met exact dezelfde dekking. Die € 26,25 verschil per maand (ofwel € 315 per jaar) ontstaat doordat de ene verzekeraar processen en administratie goed op orde heeft en de andere verzekeraar hoge administratieve kosten maakt.

Meer aanbieders, meer concurrentie
Veel aanbod drukt de prijs. Dat zie je nu gebeuren op de woningmarkt. Is de situatie andersom en is de keuze beperkt, dan worden producten juist duurder. Je kan dan hooguit beslissen het product zelf niet te nemen. 

Maar veruit de slechtste situatie ontstaat wanneer je als klant géén keuze hebt en iemand anders voor jou beslist. Je hebt dan geen keuzevrijheid, geen invloed op de prijs die je betaalt en als het product niet deugd, kan je niet weg. En dat is precies hoe het Nederlandse pensioenstelsel in elkaar zit.

Alsof het gebrek aan keuzevrijheid nog niet erg genoeg is, blijken de pensioenfondsen ook nog eens heel gesloten over de kostenstructuur van hun beleggingen, zo concludeerde de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in haar rapport.

Pensioenstelsel op de schop
Kortom: ons pensioenstelsel moet op de schop. Mensen moeten zelf hun keuzes gaan maken. Op dat moment gaan de aanbieders met elkaar concurreren en dat zal in veel gevallen gunstig zijn voor de prijs, ofwel: gunstig voor jouw pensioenuitkering. Ook zullen aanbieders gedwongen worden om pensioen begrijpelijker te maken voor de consument. Want hoe beter het pensioenfonds je informeert, hoe sneller je als klant voor hen zal kiezen.

Meer of minder pensioen?
Om toch een kritische kanttekening hierbij te maken: meer keuzevrijheid zal niet betekenen dat iedere Nederlander overstapt naar de voordeligste aanbieder en gegarandeerd meer pensioen overhoudt. Kijk je over een periode van 30 jaar, dan heeft beleggen meer opgeleverd dan sparen. Maar dat betekent niet dat we massaal zijn gaan beleggen. Het gros van de Nederlanders heeft nog altijd een spaarhypotheek en er staan nog steeds miljarden op een slecht renderende spaarrekening. Blijkbaar is de zekerheid van een lage rente voor veel Nederlanders meer waard, dan een veel hogere rente met iets meer risico.

Kies je als Nederlander zelf voor een pensioenfonds, verzekeraar of wellicht bank, dan kun je zelf beslissen hoe jouw geld belegd of gespaard moet worden. Je weet dan waar je op kunt rekenen aan het einde van je pensioendatum. Bovendien ben je door meer concurrentie voordeliger uit. Voor nu is het wachten tot het moment dat de discussie hierover écht op gang komt. Wat ons betreft mag hij beginnen.

Voor een optimale gebruikservaring maakt Wegwijs.nl gebruik van Cookies. Accepteren Meer informatie