Rampverzekering van de baan
Overstromingsschade, wie betaalt?

Orkanen, lawines, bosbranden, vulkaanuitbarstingen, aardbevingen en zelfs meteoorinslagen: We zien ze af en toe in het nieuws, maar gelukkig heeft Nederland weinig ervaring met dit soort extreme natuurrampen. Noodweer of wateroverlast, daar kunnen we wél over meepraten. Onze huidige verzekeringen kennen echter geen dekking voor waterschade na bijvoorbeeld een dijkdoorbraak. Tijd voor verandering, zou je zeggen. Of niet?
De inwoners van Oost- en Zuid-Duitsland kunnen je er alles over
vertellen: een flinke overstroming staat garant voor héél véél
schade. De afgelopen twee weken waren onze oosterburen in de ban
van de hoge waterstand van de Elbe, waardoor volledige dorpen en
stadswijken onderliepen. Inmiddels is het waterpeil weer wat gezakt
en wordt duidelijk hoeveel schade er is aangericht. De Duitse
overheid heeft aangegeven er 8 miljard euro voor uit te trekken.
Ter vergelijking: voor een flinke zuidwesterstorm rekenen we in
Nederland een schadepost van pak 'm beet 15 miljoen euro.
Hoe werkt dat in Nederland?
Gelukkig resulteerden de problemen met de Elbe voor Nederland in
niet meer dan een licht verhoogde waterstand zonder noemenswaardige
overlast. In het verleden kwamen we er minder goed vanaf: de
watersnoodramp van 1953, het overstromen van de maas in 1993 en
2003 en de dijkdoorbraak in het Utrechtse Wilnis in 2003, om maar
wat te noemen. Dat is ook de reden dat het sinds 1953 niet meer
mogelijk is om je tegen overstromingsschade te verzekeren. De
immense schade van de watersnoodramp werd 'technisch
onverzekerbaar' verklaard: de gevolgen van zijn ramp zijn simpelweg
te groot om te verzekeren.
Daar schreven we vorig jaar al over: onze
persoonlijke schade bij een dijkdoorbraak, aardbeving of
terroristische aanslag is niet verzekerd via de gewone
woonhuisverzekering. Vindt er binnenkort een dijkdoorbraak
plaats, dan wordt de schade vergoed uit 'een potje' van de
overheid, wat neerkomt op een tegemoetkoming in de kosten. Het gros
van de schade zullen huishoudens zelf moeten dragen. En dat loopt
flink in de papieren.
Verplichte overstromingsverzekering?
Ook in Duitsland draaien veel inwoners van het getroffen gebied
zelf voor de schade op. Het is in Duitsland wél mogelijk om je
tegen deze schade te verzekeren, maar wegens hoge kosten wordt daar
weinig gebruik van gemaakt. In tegenstelling tot landen als
Frankrijk en België, waar deze verzekering verplicht is.
En dat is wat brancheorganisatie Verbond van Verzekeraars ook voor
Nederland oppert: een collectieve overstromingsclausule voor álle
Nederlanders. Die verplichte premie zou worden betaald via een
opslag op de inboedel- en opstalverzekering. Met een jaarlijkse
opbrengst van 155 tot 310 miljoen euro kunnen de gevolgen van
overstromingen zo (deels) gefinancierd worden.
Kabinet gooit roet in het eten
Inmiddels is bekendgemaakt dat het kabinet in een verplichte
verzekering niets ziet. Met name de combinatie van flinke kosten en
een - voor de meeste Nederlanders - beperkt risico gooien roet in
het eten. Ruim de helft van de Nederlanders woont immers in gebied
waar van overstromingsrisico geen enkele sprake is. Van de helft
die wél risico loopt is een flink deel van dekking
uitgesloten, omdat ze tussen een winterdijk en de bedding van een
rivier wonen: daar is het risico op overstroming simpelweg te groot
om te verzekeren.
Geen verplichte verzekering dus, en dus is het voor verzekeraars
ook niet interessant om de verzekering vrijblijvend aan te bieden.
Woon je in een gebied zonder overstromingsrisico, dan is de
verzekering immers niet interessant. En inwoners van gebieden die
dat risico wél kennen, kunnen zich dan enkel tegen een torenhoge
premie verzekeren, waardoor ze er van afzien. Vergelijkbaar met
Duitsland dus.
Kortom: een verzekering tegen overstromingsschade is geen oplossing, of deze nu wel of niet verplicht wordt. De volgende stap is dan ook aan de politiek, want voorkomen is beter dan verzekeren.