Nieuws

"Gemeente heeft niets te maken met tijdelijke verhuur"

VVD: "Laat bank voorwaarden toetsen"

maandag 18 maart 2013
"Gemeente heeft niets te maken met tijdelijke verhuur"

Huiseigenaren die met dubbele woonlasten zitten, moeten hun huis gemakkelijker kunnen verhuren. VVD-Kamerlid Barbara Visser heeft een wetsvoorstel ingediend om de regels rond de leegstandswet te vereenvoudigen. Dat wil ze bereiken door de gemeente als schakel uit de ketting te halen. De toets of een woningeigenaar aan de voorwaarden voor tijdelijke verhuur voldoet, zou ook uitgevoerd kunnen worden door de hypotheekverstrekker. De VVD politica wil zo een einde maken aan onnodige bureaucratie en hoge gemeentelijke leges. De vraag is of ieders belang daar wel mee gediend is.

De leegstandswet zorgt ervoor dat mensen die al een nieuwe woning gekocht hebben maar hun oude huis niet kwijtraken, tijdelijk hun woning kunnen verhuren zonder dat de huurder recht heeft op huurbescherming. In de praktijk betekent dat voor huurders dat zij geen rechten hebben als de contractperiode verloopt. Als de woning gedurende het huurcontract verkocht wordt, geldt er afhankelijk van het contract een opzegtermijn van drie maanden. Om te voorkomen dat huisjesmelkers misbruik maken van de leegstandswet, moet de gemeente toetsen of er aan de voorwaarden voor tijdelijke verhuur wordt voldaan.

Onzinnig
Volgens de VVD levert die toetsing slechts onnodige rompslomp op. "De VVD vindt het onzinnig dat gemeentes voor het toetsen van een vergunningsverlening de ruimte krijgen om in te schatten of de situatie voldoet aan de voorwaarde dat de verhuurder niet bijvoorbeeld beter zelf in de betreffende woning kan gaan wonen, of deze voor een lagere prijs aan moet bieden", zegt Visser. De aanvraagtijd van een vergunning voor tijdelijke verhuur kan bij trage gemeenten oplopen tot maximaal acht weken.

Dubbel werk
Wie een huis wil verhuren onder de voorwaarden van de leegstandswet, moet naast een vergunning ook toestemming hebben van de hypotheekverstrekker. Sommige banken rekenen bij tijdelijke verhuur een hogere hypotheekrente, of hebben beperkende regels in de overeenkomst opgenomen. Als de bank toestemming geeft, betekent dat voor de VVD dat er eigenlijk al getoetst is of aan de voorwaarden is voldaan. Visser: "De verantwoordelijkheid kan dus uitsluitend komen te liggen bij de verhuurder en hypotheekverstrekker, die er beide baat bij hebben dat aan de voorwaarden van tijdelijke verhuur wordt voldaan. Hiermee voorkom je dat een gemeente dubbel werk aan het doen is."

De VVD heeft gelijk als ze zegt dat de woningeigenaar en de hypotheekverstrekker dezelfde belangen hebben, en er eenvoudiger getoetst kan worden. Wat ze echter over het hoofd ziet, is dat de gemeentelijke toets er niet is voor de belangen van de verhuurder, maar voor de belangen van de huurder. Die schakel weghalen betekent dat de uitvoering van een buitengewone uitzondering in het huurrecht uitgevoerd mag worden door de partijen die er het meeste baat bij hebben. Dat maakt het idee zeer fraudegevoelig. Een pandjesbaas kan huurcontracten opstellen volgens de leegstandswet, zonder daarvoor een vergunning te hoeven tonen. De huurder kan niets controleren.

De bureaucratie die gepaard gaat met het aanvragen van een vergunning volgens de leegstandswet, is hinderlijk. Als de VVD daar iets aan wil doen, dan moet het de gemeenten verplichten de vergunningen gratis te verlenen en de aanvragen sneller in behandeling te nemen. De uitvoering in handen geven van hypotheekverstrekkers biedt niet voldoende garantie dat de wet correct wordt uitgevoerd.

Voor een optimale gebruikservaring maakt Wegwijs.nl gebruik van Cookies. Accepteren Meer informatie