Overheid koopt SNS Reaal: wat kost u dat?
De vijf belangrijkste vragen en antwoorden omtrent deze mega-overname

De Nederlandse staat heeft SNS bank genationaliseerd. Met andere woorden, de overheid is nu de eigenaar van SNS Reaal, waar onder andere SNS bank, Reaal verzekeringen, ASN bank, Regiobank en ook pechhulpverlener Route Mobiel onderdeel van zijn. De maatregel voorkomt een ondergang van de probleembank en kost ons land 3,7 miljard euro. Niet voor het eerst wordt belastinggeld gebruikt om een falende bank overeind te houden. Kon het echt niet anders en wat zijn de gevolgen voor ons als Nederlandse consumenten? Wegwijs zet de belangrijkste vragen en antwoorden op een rij.
Eerst de oorzaak van het probleem in vogelvlucht. Met SNS bank
zelf is weinig mis en ook ASN draait prima. Het grote probleem is
de vastgoedtak. SNS heeft wereldwijd voor circa 8,3 miljard euro
geïnvesteerd in vastgoed: woningen, winkelcentra, hotels en
dergelijke. De waarde van dit vastgoed daalde door de crisis snel
en het huidige verlies hierop bedraagt naar schatting 2,8 miljard
euro. Een verlies dat de SNS bank en ook moedermaatschappij SNS
Reaal niet meer kunnen betalen. Het failliet laten gaan van
de bank was geen optie en dus lijft de staat de bank in.
1. Kost ons de maatregel van de overheid ons
belastinggeld?
Hier kunnen we kort over zijn: ja. De overheid legt 3,7
miljard op tafel voor het redden van de bank. Een deel bestaat uit
een directe investering in de bank en een ander deel gaat naar de
noodlijdende vastgoedtak. Los van deze 3,7 miljard verschaft de
overheid voor 1,1 miljard aan leningen aan de bank én geldt er ook
nog een bedrag van 5 miljard aan garanties wanneer de problemen nog
groter worden in de toekomst.
Niet al die miljarden zijn direct weggegooid geld. Wanneer de
economie verder aantrekt, stijgt de kans dat het vastgoed meer
waard wordt en de winst van SNS stijgt. Toch wordt het een
behoorlijke uitdaging voor de overheid. Niet voor niets wilde geen
enkel ander bedrijf geld steken in SNS. Het risico is groot.
Daarnaast verstrekte de overheid al eens eerder een noodlening aan
de bank. Deze is nog niet terugbetaald.
2. Kon het echt niet anders?
Een veelgehoord protest is dat de 'gewone Nederlander'
ook nu de dupe is. Weer draait de belastingbetaler op voor het
falen van bankbestuurders! Toch had de overheid in dit geval weinig
andere opties. Een van de alternatieven was het verkopen van SNS
aan een ander bedrijf. Dit bleek niet mogelijk te zijn zonder dat
de staat alsnog een aanzienlijk risico liep. Bij niet ingrijpen is
bijna zeker dat de bank failliet zou gaan; al helemaal geen
acceptabele optie.
De SNS bank beheert ruim 1 miljoen betaalrekeningen en 1,6 miljoen
spaarrekeningen. Bij een faillissement bestond het gevaar dat De
Nederlandsche Bank (DNB) tot wel 35 miljard euro moest uitkeren aan
rekeninghouders in het kader van het depositogarantiestelsel, dat
zorgt dat spaarders hun geldt terugkrijgen. Dit uitkeren duurt
echter weken. Te lang volgens DNB, die stelt dat het grote
maatschappelijke onrust tot gevolg heeft wanneer mensen niet bij
hun geld kunnen en mogelijk huur, hypotheek of boodschappen niet
kunnen betalen.
3. Zit je als spaarder of belegger nu veilig?
Vooraf was al duidelijk dat klanten zelf weinig te
duchten hadden. Nu is dit bevestigd: De overheid staat garant voor
de bank en ook voor eventuele verliezen die bank in de toekomst
voor de kiezen krijgt. Het spaargeld blijft door het
depositogarantiestelsel sowieso gegarandeerd tot een spaarsaldo van
€ 100.000 per spaarder. Ook klanten die via de SNS beleggen, lopen
geen enkel risico. Voor beleggers die aandelen van SNS zelf in
bezit hebben, is de boodschap minder plezierig. Normaal gesproken
is het bezit van een aandeel ook het bewijs dat je voor een klein
stukje eigenaar van de onderneming bent. De overheid heeft daar nu
een eind aan gemaakt en gebruikt het geld van aandeelhouders om de
kas van de bank zelf te spekken.
4. Heeft de nationalisering gevolgen voor andere
banken?
De gevolgen van een faillissement van SNS zouden ook voor
andere banken groot zijn geweest. De banken leveren in het kader
van het depositogarantiestelsel een bijdrage wanneer een bank
failliet gaat. In de huidige situatie zijn de gevolgen beperkt. Wel
hebben investeringen in SNS hun waarde verloren met de
nationalisatie. Banken maar ook pensioenfondsen die hebben
geïnvesteerd in SNS, kunnen op zijn Hollands gezegd fluiten naar
hun geld.
5. Weer een bank in overheidshanden, is dit nadelig voor
jou?
ABN Amro is eveneens in het bezit van de overheid. ING
niet ,maar heeft eerder wel leningen van de overheid ontvangen. De
Rabobank is eigenlijk de enige grote bank die de overheid niet
direct nodig heeft gehad om overeind te blijven. Een slechte
ontwikkeling. Wanneer een bank staatssteun heeft gehad, letten
toezichthouders scherp op of daar geen misbruik van wordt gemaakt.
Teveel stunten met spaarrentes of hypotheekrentes leidt dan tot
vragen. Bovendien is de overheid er meer bij gebaat om de verliezen
te beperken of zelfs om te buigen in winst.
Geen gezonde markt dus waarin banken elkaar scherp
beconcurreren met voor de klant interessante tarieven bij
sparen en hypotheken. De overheidsbanken mógen niet concurreren en
de twee overgebleven banken zùllen niet concurreren. Dat betekent:
minder écht hoge spaarrentes en minder écht lage hypotheekrentes.
Zowel direct als de indirect kost het de Nederlander dus geld. Het
is daarmee voor de Nederlander nog harder wachten op concurrentie
uit het buitenland.