Hypotheekrente 2,71 procent te hoog
Klant betaalt gebrek aan concurrentie

Stel je hebt een bedrijf in een branche waar nog 20 ondernemingen actief zijn die min of meer hetzelfde verkopen. In dat geval is het zaak dat je uitblinkt in service, op zoek gaat naar uitbreiding van het aanbod en de prijs zo scherp mogelijk houdt. Al deze punten zijn nauwelijks van toepassing op Nederlandse banken. Er zijn maar vier grote Nederlandse banken en van harde onderlinge concurrentie is geen sprake. Jij als klant wordt hier de dupe van in de vorm van een lage spaarrente, hoge hypotheekrente en dure betaalrekeningen.
In Nederland zijn slechts vier grote banken actief. Drie daarvan hebben hulp gekregen van de overheid om de crisis te kunnen overleven. Het laatste slachtoffer, SNS bank, werd onlangs zelfs helemaal opgekocht door de overheid, net als ABN Amro in 2011.
Staatssteun slecht voor de concurrentie
De bemoeienissen van de overheid zijn slecht voor de concurrentie. De overheid richt zich op het terugverdienen van het geld dat ze in de banken staken. Daar past een harde concurrentiestrijd niet bij. Banken die staatssteun hebben ontvangen, krijgen juist regels opgelegd en mogen bijvoorbeeld niet de laagste hypotheekrente bieden of de hoogste spaarrente. Dit om te voorkomen dat ze de steun van de overheid gebruiken om op een 'oneerlijke' manier onder de tarieven van banken te duiken die op eigen kracht de crisis doorstaan. In Nederland is van de 'grote vier' overigens alleen de Rabobank zichzelf te redden.
Hypotheekrente te hoog
Banken komen op verschillende manieren aan geld. Ze lenen dat van andere banken, van spaarders of ze lenen het de Europese Centrale Bank (ECB). De rente die de overheid betaalt bij het aangaan van een lening, is een goede graadmeter voor de rente op hypotheken met langere looptijd. Stijgt de rente op een zogeheten staatsobligatie, dan is het aannemelijk dat ook de hypotheekrente stijgt en andersom. Echter, in de afgelopen jaren gaat deze regel niet meer op. Banken rekenen een hogere winstopslag dan je zou mogen verwachten. In juli 2008 bedroeg de rente op een staatsobligatie met een looptijd van tien jaar 4,96 procent. De gemiddelde hypotheekrente was destijds 5,13 procent. Na 2008 is de rente op dezelfde staatsobligatie door de crisis gedaald en bedraagt deze momenteel 1,8 procent. Dit lijkt een feest voor woningkopers. Echter, de gemiddelde hypotheekrente die banken bieden is nu 4,68. Oftewel, banken rekenen een 2,71 procent hogere opslag dan in juli 2008. Wie een huis koopt van 250.000, betaalt door de hogere opslag € 6.775 meer per jaar.
Banken gebruiken crisis als misplaatst excuus
Banken geven de crisis de schuld van de hoge hypotheekopslag. Ze zouden moeilijker aan geld komen en meer risico lopen. Bijvoorbeeld het risico dat een huizenkoper zijn lasten niet meer kan dragen. Ook schuiven banken het af op de strengere eisen waar ze aan moeten voldoen, zo dienen ze meer geld achter de hand te houden om problemen aan te kunnen. Het is zeker zo dat de winstopslag van banken door marktomstandigheden kan veranderen. Echter, de huidige situatie is buitensporig. Banken bieden spaarrentes die tot maar liefst 3,5 procent lager liggen dan in 2008 en kunnen ook van de ECB voordelig lenen. Wat betreft het risico geldt, zeker bij woningen met een NHG-hypotheek, dat de bank nauwelijks risico loopt. Wanneer een koper door bijvoorbeeld een scheiding of werkloosheid de hypotheek niet kan afbetalen, moet de woning gedwongen verkocht worden. Het mogelijke verlies dat dit oplevert, kan de bank verhalen bij de stichting Waarborgfonds Eigen Woningen. Bovendien kunnen de banken wel tegen een stootje. Zo maakte ING alleen al in het derde kwartaal van 2012 een winst van circa 719 miljoen euro. Staatsbank ABN maakte in ditzelfde kwartaal 374 miljoen euro winst.
Nieuw onderzoek?
Organisaties als Vereniging Eigen Huis en de Consumentenbond komen in het geweer tegen de te hoge hypotheekrentes. Ook vanuit de politiek klinken voorzichtige protesten. Al eerder gaf toenmalig minister van Financiën Jan Kees de Jager aan dit probleem aan te willen pakken. Eerst moet de Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa) onderzoek doen naar de opslag en de vraag of banken onderling prijsafspraken maken, hetgeen verboden is. Het is alleen nog maar de vraag of een dergelijk onderzoek prioriteit heeft in politiek de Haag, nu de plannen voor de woningmarkt überhaupt weer ter discussie staan.
Uit zichzelf zullen banken niet snel de concurrentie aanscherpen. Ze hebben weinig te duchten van zowel elkaar als van buitenlandse banken, die de Nederlandse markt sinds het uitbreken van de crisis links laten liggen. Het woord is aan de politiek en instanties als de NMa. Die kunnen druk uitoefenen om ervoor te zorgen dat jij als klant meeprofiteert van een dalende rente en niet de prijs betaalt van het gebrek aan concurrentie.