Helft Nederlanders heeft verhuisplannen
VEH: "stuwmeer van kopers"

Ongeveer de helft van de Nederlanders heeft de wens om op korte termijn te verhuizen naar een andere woning. De meerderheid van deze groep met nieuwe woonwensen heeft de verhuisplannen echter voor onbepaalde tijd in de ijskast gezet. Dat blijkt uit een onderzoek van de Vereniging Eigen Huis (VEH) onder ruim duizend Nederlanders. De redenen dat zij toch niet verhuizen zijn divers, maar vaak gerelateerd aan de crisis. Daardoor lijkt het er op dat de woningmarkt zich net zo gedraagt als andere markten in een tijd van crisis.
Als de economie slecht draait, houdt de
consument de hand op de knip. De voorgenomen aanschaf van een
nieuwe keuken, badkamer of auto gaat niet door omdat er onzekerheid
is ontstaan over het behoud van het inkomen. Als de crisis voorbij
is, dan blijken deze grote investeringen niet afgesteld, maar
slechts uitgesteld. Al deze goederen zijn aan slijtage onderhevig
en moeten een keer vervangen worden. Na de crisis worden bij
bouwmarkten en autodealers overuren gedraaid. De woningmarkt blijkt
niet veel anders.
Zeer urgent
Er is een stuwmeer ontstaan aan voorgenomen verhuizingen,
schrijft de VEH zelf. Ze gaan meestal niet door omdat de hypotheek
niet gesloten kan worden, of het oude huis niet verkocht. Maar het
onderzoek toont wel opnieuw aan dat de druk op
de woningmarkt zich steeds verder opbouwt. De starters op zoek
naar een eerste eigen woning, vormen met een 11 procent een
significant onderdeel van de groep met verhuisplannen. Ruim 60
procent van hen omschrijft hun verhuiswensen als 'zeer
urgent'.
De starters zijn in theorie de groep die het gemakkelijkst in
beweging te krijgen moet zijn. Ze hebben geen huis dat eerst
verkocht moet worden en hebben meestal een positieve
verdienpotentie. Net als Wegwijs benadrukt de VEH dat de eerste
stap door de starters gemaakt moet worden. Het kabinet zou voor hen
de drempel om te kopen een stuk lager moet maken. Met andere
woorden, starters moeten wat lucht krijgen binnen de sterk
aangescherpte hypotheekregels.
Aangepast en gelijkvloers belangrijker dan klein
In de totale groep van potentiële verhuizers geeft één op
de drie aan dat groter wonen de belangrijkste reden is voor
verhuizing. Rustiger en veiliger wonen staat als reden op een
gedeelde tweede plaats samen met de wens om een huis met tuin te
bewonen: beide 18 procent. De stelling dat de vergrijzing de vraag
naar kleine appartementen sterk zou laten stijgen, vindt ook in het
VEH-onderzoek geen ondersteuning. Slechts 14 procent van de
verhuizers wil kleiner wonen. Gelijkvloers, aangepast en dichter
bij voorzieningen zijn wel belangrijk in de wensen van
ouderen.
In de groep van 50 procent potentiële verhuizers wordt
geen onderscheid gemaakt tussen een huur- of een koopwens. Wanneer
dat wel gedaan wordt, heeft 43 procent van hen een voorkeur voor
kopen, 37 procent zoekt een huurwoning en 20 procent heeft nog geen
keuze gemaakt. Ruim de helft van de mensen die een huurwoning
zoekt, doet dat omdat ze geen mogelijkheid hebben om te kopen.
Kortom: de huizen zijn er, de potentiële kopers zijn aanwezig, de
hypotheekrente is laag en de betaalbaarheid van woningen is goed.
Nu de voorwaarden nog.