Aparte zorgverzekering voor arm en rijk?
Discussie zorgkosten laait op na plan Centraal Planbureau

Hogeropgeleiden maken gemiddeld minder gebruik van de gezondheidszorg dan lager geschoolden. Dit is geen vooroordeel, maar een opmerkelijk feit dat het Centraal Planbureau (CPB) in een recent verschenen rapport benadrukt. Er is niet alleen een verschil in de benodigde hoeveelheid zorg. Hogeropgeleiden nemen in verhouding een steeds groter deel van de totale zorgkosten voor hun rekening. Met het oog op de betaalbaarheid van de zorg stelt het CPB indirect voor om de inhoud van de basiszorgverzekering af te stemmen op iemands inkomen. Een plan dat veel stof doet opwaaien.
Het voorstel van de doorgaans neutrale overheidsorganisatie zet
de verhoudingen op scherp en zaagt verder aan de poten van de door
het kabinet zo sterk benadrukte solidariteit. De gedachte dat
iedereen tegen vergelijkbare voorwaarden recht heeft op dezelfde
zorg lijkt niet langer onschendbaar.
Gebruik en financiering zorg lopen uit de
pas
Het zorggebruik door mensen met alleen basisonderwijs kost
gemiddeld circa € 3.000 per jaar. Bij hogeropgeleiden is dit met €
2.000 beduidend lager. Op een mensenleven van 80 jaar loopt het
totale verschil dus op tot in totaal maar liefst € 80.000. Kijken
we naar de bijdrage aan de financiering van deze zorg, dan is het
echter precies andersom. Zo draagt iemand met een hbo/wo opleiding
gemiddeld bijna € 4.000 per jaar bij, dubbel zoveel als personen
met een VMBO-opleiding.
Aangepaste zorgverzekering
Het CPB voorspelt dat het huidige zorgstelsel, waarbij
solidariteit voorop staat, steeds verder onder druk komt te staan.
De verhouding tussen het beroep op de zorg en de kostenbijdrage zal
volgens hen in de toekomst nog verder uiteen lopen. Het planbureau
stelt dat het huidige zorgverzekeringsstelsel te weinig aansluit
bij de verschillende wensen van arm en rijk. Een gepeperde
conclusie.
Het plan bevat een indirect advies om de basiszorgverzekering zo
te wijzigen dat mensen zelf kunnen bepalen wat ze kwijt zijn aan
hun zorgverzekering. Uiteraard geldt daarbij dat minder betalen ook
gevolgen heeft voor het recht op zorg. Een mogelijke consequentie
is dan bijvoorbeeld beperkte keus bij het selecteren van een
ziekenhuis of behandeling.
Politieke verdeeldheid
In de politiek heerst verdeeldheid over de proefballon van het
CPB. Op de linkervleugel zien de PvdA en SP plannen om de
zorgverzekering aan te passen niet zitten. Zorg moet voor iedereen
in dezelfde mate beschikbaar zijn, is het motto. Het plan past meer
bij de filosofie van de VVD, dat vooralsnog voorzichtig maar
positief reageert.
Eerder al was het verschil in zorggebruik tussen mensen met een
uiteenlopend opleidingsniveau het onderwerp van discussie. Toen
waren het de zorgverzekeraars zelf die aan hogeropgeleiden een
voordelige zorgverzekering aanboden, omdat deze groep de
zorgverzekering minder vaak aanspreekt. Politieke partijen waren er
destijds ook als de kippen bij om hier vraagtekens bij te
zetten.
Waar eindigt solidariteit?
Ook met het CPB-rapport is de solidariteitsvraag niet beantwoord.
De vraag is namelijk, waar houdt solidariteit op en begint
ongelijkheid? Het is solidair wanneer iedereen hetzelfde recht op
zorg heeft, ongeacht achtergrond of inkomen. Echter, wanneer een
bepaalde groep een onevenredig deel van de kosten op zich neemt, is
daar mogelijk ook de grens van solidariteit bereikt.
Het is aan de politiek om de discussie over het aanbod aan
zorg en de verdeling van de kosten verder in goede banen te leiden.
Dit zal niet meevallen. Eerder al, bij een omgekeerde discussie
waarbij hogere inkomens juist een hogere bijdrage zouden moeten
betalen, ontstond er zo'n commotie dat Rutte achteraf zijn excuses
aanbood. De CPB-cijfers schijnen nu een nieuw licht op dit
onderwerp. Het laatste woord is hier zeker nog niet over
gezegd.