ING: ‘Pensioen naar 67 is niet genoeg’
Kinderopvang enorm belangrijk voor AOW’

Ondanks de verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar, voorziet bank/verzekeraar ING problemen voor de financiële houdbaarheid van de AOW. Problemen die waarschijnlijk pas na 2040 zullen oplossen als er geen tussentijds ingrijpen van de overheid tegenover staat. De ING pleit echter niet voor een nog verdere verhoging van de pensioenleeftijd, maar wil dat de regering maatregelen neemt om het arbeidspotentieel van Nederland beter te benutten. Nog concreter: stop de bezuiniging op de kinderopvang!
Zonder de verhoging van de pensioenleeftijd van 65 naar 67 jaar, zouden er in 2040 tegenover elke gepensioneerde slechts twee werkenden staan (2:1). Dat staat in schril contrast met de situatie rond de jaren '50, toen de verhouding in potentieel 7:1 was. Nu werken tot 67 jaar een feit is geworden, is die verhouding iets verbeterd: 3:1. Maar volgens de ING is dat echter nog steeds te beperkt om de AOW betaalbaar te houden. Vooral omdat die verhouding niet gebaseerd is op het reëel aantal werkenden, maar op de potentiële beroepsbevolking.
Bezuinigen op kinderopvang gevaarlijk
Voor een nog verdere verhoging van de pensioenleeftijd zal geen draagvlak bestaan. Om toch de balans te verbeteren, is het volgens de ING zaak om meer Nederlanders aan het werk te krijgen. Hoewel Nederland in Europa tot de landen met de hoogste arbeidsparticipaties behoort, wordt dat beeld vertekend door de vele deeltijdwerknemers. De ING concludeert dat de grootste winst te behalen is bij vrouwen die parttime werken en de rest van de tijd voor de kinderen zorgen. Om hen tot meer betaald werk te verleiden is een hoogwaardige en betaalbare kinderopvang noodzakelijk. Maar juist de kinderopvang heeft het zwaar te verduren in Nederland.
En de groene druk?
De verhouding van het aantal gepensioneerden (65 jaar en ouder) per honderd werkenden (20-64 jaar) staat bekend als de grijze druk. Maar aan de andere kant van het spectrum staat de groene druk: de verhouding van het aantal werkenden tegenover het aantal jongeren (0-19 jaar). Als men de groene druk meeneemt in de vergelijking die de ING maakt met de jaren '50, wordt een heel ander beeld zichtbaar. Destijds was de babyboomgeneratie die tegenwoordig de grijze druk opvoert, aanwezig in de statistieken als groene druk. Dat zorgde er voor dat er heel veel van het arbeidspotentieel ingezet moest worden voor hun opvoeding.
De groene druk is inmiddels al jaren stabiel en het CBS verwacht dat die druk ook tot zeker 2040, als de babyboomgeneratie uit de statistieken verdwenen is, stabiel blijft. Voor kinderopvang is dus in de huidige tijd veel minder arbeidspotentieel nodig dan in de 'groene jaren '50'. De 7:1 verhouding van 60 jaar geleden geeft dus een zeer vertekend beeld van de werkelijkheid. Dat neemt overigens niet weg dat sindsdien ook de levensverwachting van Nederlanders gestegen is en dat een hoge arbeidsparticipatie de economie van een land ten goede komt. Maar of de druiven werkelijk zo zuur gegeten worden als de ING voorspelt, is twijfelachtig.