Tot halverwege 2008 hadden we vertrouwen in de woningmarkt: je zette je huis te koop en vanzelfsprekend werd het binnen een paar maanden verkocht. Inmiddels kunnen we daar al lang niet meer vanuit gaan. Slechts 44% van de te koop staande huizen wisselt binnen een jaar van eigenaar. Het gevolg; een woningmarkt die stevig op slot zit. Met dubbele lasten in het achterhoofd durven veel eigenaren pas een nieuw huis te kopen als de huidige woning verkocht is. En dus wacht iedereen af en gebeurt er eigenlijk niets.

In de ban van onzekerheid
De enige potentiële kopers die iets aan de situatie kunnen veranderen zijn de starters. Zij hebben nog geen koophuis waar ze vanaf moeten. Durven starters weer te kopen, dan geeft dat een impuls aan de hele woningmarkt. De eigenaar van de verkochte starterswoning kan dan immers ook op zoek naar een volgende woning. Zo lang starters echter niet durven, zal de woningmarkt niet in beweging komen.

Dat starters niet durven, heeft alles te maken met de resultaten van de afgelopen jaren. Het is pijnlijk duidelijk geworden dat huizen niet eindeloos in waarde kunnen stijgen en dat er wel degelijk risico zit aan het sluiten van een hypotheek. Starters die dat risico voor lief nemen en toch willen kopen, hebben het zwaar. Het afsluiten van een hypotheek is moeilijker geworden, je kunt bovendien minder lenen en per 2013 moet je meer aflossen. Daarnaast hebben veel starters te maken met onzekere arbeidsomstandigheden en zijn ook de algemene economische vooruitzichten weinig hoopgevend. Al met al geeft bijna 80% van de starters (18-35 jaar) aan de komende twee jaar zeker geen huis te willen kopen.

Starterswoning kopen nu veel voordeliger
Ondanks de sombere marktsituatie heb je als starter een hele gunstige uitgangspositie. Heb je vertrouwen in je eigen financiële situatie en denkt je hypotheekverstrekker daar hetzelfde over, dan ligt de huizenmarkt aan je voeten. Met maar liefst 23 te koop staande huizen per potentiële koper heb je een uitstekende onderhandelingspositie. Die 23 huizen zijn overigens sowieso al een stuk goedkoper dan vlak voor de crisis: de huizenprijzen daalden sinds augustus 2008 met zo'n 12%. Dat is voor een gemiddelde woning, met een prijskaartje van € 215.000, een prijsdaling van bijna € 30.000. Dat je minder geld kunt lenen wordt zo dus deels weer rechtgetrokken.

Tel je daarbij op de verlaging van de overdrachtsbelasting én de behoorlijk lage hypotheekrente van dit moment, dan zie je dat de rentelasten voor een starterswoning nu flink lager zijn dan enkele jaren terug. Ter illustratie, een voorbeeld:



Bovenstaande starterswoning kostte vier jaar geleden € 175.000, voor diezelfde woning zou je nu slechts € 154.000 kwijt zijn. Daarnaast is de hypotheekrente flink gedaald en werd de overdrachtsbelasting verlaagd. Voor hetzelfde huis zou je nu jaarlijks € 2091,22 minder betalen ofwel een besparing van € 174,27 per maand.

Het is zeker niet voor iedere starter verstandig om nu te kopen. Je neemt risico in een periode dat iedereen dat zoveel mogelijk probeert te vermijden. Tegelijkertijd kan het juist erg voordelig zijn nu te kopen. Heb je vertrouwen in je eigen financiële situatie, dan is deze overweging zeker de moeite waard. Twijfel je of kopen voor jou een optie is, of kun je advies gebruiken bij het kiezen van een geschikte hypotheek, vul dan onderstaande informatiekaart in.