Wat is die beruchte dekkingsgraad eigenlijk?
Minder pensioen door lagere dekkingsgraad

Dekkingsgraad. Een woord dat de bestuurder van menig pensioenfonds slapeloze nachten bezorgt. Niet alleen bestuurders van pensioenfondsen trouwens. De kans is groot dat ook de dekkingsgraad van je eigen pensioenfonds onder de maat is. De rekening daarvoor betaal je in dat geval zelf in de vorm van een lager dan verwacht pensioen. Maar wat houdt die beruchte dekkingsgraad precies in en waarom doen de pensioenfondsen niets aan het probleem?
Toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) verplicht
pensioenfondsen een dekkingsgraad aan te houden van 105. Bij een
dergelijke dekkingsgraad heeft een fonds vijf procent meer
verwachte inkomsten dan uitgaven. Voor iedere € 100 aan
pensioenuitkeringen en kosten, moet er dus € 105 in de kas aanwezig
zijn. De toezichthouder stelt dit verplicht om te voorkomen dat
pensioenfondsen bij tegenvallers direct in geldnood komen en je
maandelijkse pensioenuitkering gevaar loopt.
Dekkingsgraad gekelderd
Veel pensioenfondsen halen de norm van 105 procent niet. De
grootste Nederlandse fondsen, zoals het ABP en PME, zitten allen
onder de 100. Dit heeft vooral te maken met de lage rente op de
kapitaalmarkt. Pensioenfondsen maken rendement op het geld dat zij
in beheer hebben. Om te kunnen berekenen hoe hoog die inkomsten
zijn, wordt de tienjarige staatsobligatie als uitgangspunt genomen.
Dit is een lening die de overheid verstrekt tegen een bepaalde
rente, ook wel kapitaalmarktrente genoemd. Nu is de pech voor
pensioenfondsen dat deze rente in de afgelopen maanden daalde naar
een historisch dieptepunt. De rente staat zo laag omdat de
Nederlandse overheid internationaal een betrouwbare status heeft.
Eigenlijk positief dus die lage rente. Degenen die de Nederlandse
staat geld lenen, nemen vanwege die betrouwbaarheid genoegen met
een lage rente.
Beleggingen minder waard
Een ander pijnpunt is de gedaalde waarde van beleggingen. Aandelen
leverden in het afgelopen jaar, ondanks de recente opleving,
verlies op. Ook leningen die pensioenfondsen aan overheden
verstrekten, leverden minder rendement op. In het geval van
Griekenland waren de fondsen zelfs een groot deel van hun inleg
kwijt.
Lijdzaam afwachten
Pensioenfondsen hebben zelf weinig vat op de dekkingsgraad. Het
verlies op aandelen is niet meer terug te draaien en de rente op
staatsobligaties stelt de overheid vast. De situatie verbetert pas
wanneer de rente stijgt en de aandelen meer waard worden. De kans
op een stijgende rente en stijgende aandelenkoersen is in de
komende jaren groot. Toch kunnen de fondsen daar niet op wachten.
Toezichthouder DNB sommeerde de fondsen om een 'herstelplan' in te
dienen. Dit plan bevat de maatregelen die een fonds neemt om er
financieel weer bovenop te komen.
Hogere dekkingsgraad met uw pensioen als
inzet
Als er aan de inkomstenkant weinig gedaan kan worden, blijft er
nog maar één optie over. Het verlagen van je pensioen. Hierbij
verlaagt het fonds de maandelijkse pensioenuitkering. Ook kan het
zijn dat er meer aan pensioenpremie moet worden ingelegd. Een ander
alternatief is dat de zogenoemde inflatiecorrectie wordt geschrapt.
Terwijl producten en diensten duurder worden, groeit je pensioen in
dat geval niet mee. Van de ongeveer 450 Nederlandse pensioenfondsen
moeten er in ieder geval 103 ingrijpen. In totaal raakt dit 7,5
miljoen van de (toekomstig) gepensioneerden. Pensioenfondsen zijn
genoodzaakt om actie te ondernemen. Actie die ten koste gaat van
het pensioen van de Nederlander. Het vervelende is dat ze de
maatregelen niet snel terug zullen draaien wanneer de
dekkingsgraden weer op peil zijn.