Nederland: van beste leerling naar probleemgeval
Europese boete kost 72 euro per Nederlander

De laatste tijd liet Nederland zich binnen Europa niet van zijn beste kant zien. De ophef over het 'polenmeldpunt' strekte tot ver buiten onze landsgrenzen. Nu speelt Nederland zich opnieuw in de kijker. Samen met landen als Spanje en Italië dreigen ook wij de bezuinigingsnormen niet te halen. De Europese toezichthouders in Brussel blijven er fijntjes op wijzen van Nederland het goede voorbeeld te verwachten. En zo niet, dan is de reactie minder fijnzinnig en ontvangt de overheid een miljardenboete uit Brussel. Deze boete, die uiteindelijk betaald wordt uit de belastingpot, bedraagt bijna € 72 per Nederlander. Over dalende koopkracht gesproken.
In de politiek is het moddergooien inmiddels in volle gang en
zijn de partijen bezig de piketpaaltjes uit te zetten voor de
nieuwe verkiezingen. Jammer voor oppositiepartijen als de PvdA,
maar deze verkiezingen vinden na de zomer plaats. Iets dat het CDA
goed uitkomt en tijd geeft om de zwalkende koers van de partij bij
te sturen. Wilders krijgt intussen behoorlijk de wind van voren.
Niet alleen prominenten als Dries van Agt en Neelie Smit Kroes
leverden forse kritiek. Ook partijen als de VVD noemen zijn
handelen onverantwoord. Voormalig partijgenoot Hero Brinkman trapt
na door te stellen dat Wilders nooit de intentie had om
daadwerkelijk tot een akkoord te komen.
Nederland meer tijd nodig?
Europese toezichthouders en kredietbeoordelaars wachten niet op
meer politieke stabiliteit in Nederland. Op 30 april dient de
overheid in Brussel een plan aan te leveren dat duidelijk maakt
waar de 14,2 miljard aan bezuinigingen vandaan moeten komen.
Eurocommissaris Olli Rehn gaf een duidelijke hint door aan te geven
dat 'nog geen enkele EU-lidstaat uitstel heeft aangevraagd en ik
verwacht niet dat Nederland dit gaat doen'. Toch is de kans groot
dan Minister Jan Kees de Jager moet aankloppen voor meer
tijd.
Na kredietbeoordelaar Fitch waarschuwt nu ook Moody's de
Nederlandse regering. De val van het kabinet is nadelig voor de
financiële betrouwbaarheid van de Nederlandse overheid. Grote
beleggers houden er al rekening mee dat de kredietbeoordelaars
Nederland een lagere status geven. Niet best, want dit heeft een
stijgende rente tot gevolg. Extra rente voor een
lening die Nederland keihard nodig heeft. Geld dat in de zakken van
andere landen verdwijnt.
Waarom is Brussel zo streng?
Brussel geeft geen miljardenboete voor het te laat inleveren van
het begrotingsplan. Dat gebeurt pas wanneer de overheid er niet in
slaagt het overheidstekort te beperken tot maximaal drie procent.
Kortom, de uitgaven van de overheid mogen niet meer dan drie
procent verschillen van de inkomsten uit bijvoorbeeld belastingen.
Er is Brussel alles aan gelegen om landen als Nederland te
motiveren deze afspraken ook na te komen. Hetzelfde geldt overigens
voor Frankrijk, waar de opkomende socialisten de
begrotingsafspraken het liefst wat oprekken. Iets dat de PVV en in
mindere mate ook de PvdA nastreven.
De huidige crisis in Europa is namelijk ontstaan door de grote
uitgaven van overheden. Wanneer Nederland als een van de beste
jongetjes in de klas zijn verplichtingen niet nakomt, smeult ook
elders in Europa rebellie. Want waarom zouden landen als Duitsland
en België zich dan wél aan het strikte beleid houden? Ook wordt het
dan lastig om de keiharde bezuinigen in probleemlanden als Spanje
en Italië te rechtvaardigen.
Bezuinigen alleen geen oplossing
Het halen van Europese begrotingnormen is van belang, zeker om de
betrouwbare status van Nederland veilig te stellen. Toch bestaat er
ook iets als te fors bezuinigen. Wanneer we minder te besteden
krijgen, is het beperken van uitgaven een logisch gevolg. Met de
plannen uit het Catshuis zouden de meeste bevolkingsgroepen er 2,5
tot 3,5 procent op achteruit gaan. Wanneer je besluit de aankoop
van die nieuwe auto hierdoor toch maar even uit te stellen, gaat
dit direct ten koste van de economische groei. En juist die groei
is nodig om ook de inkomsten die de staat uit belastingen haalt op
peil te houden. De nu kritische kredietbeoordelaars waarschuwden
eerder al voor bezuinigingen die de groei te veel zouden aantasten.
De oplossing ligt dan ook in het midden, bezuinigen is
noodzakelijk, maar niet ten koste van alles. De wens van Wilders om
het verlies aan koopkracht te beperken tot 1 procent lijkt echter
volstrekt onhaalbaar.
Aangezien de verkiezingen toch na de zomer plaatsvinden,
rest het nu demissionair kabinet de zware taak Brussel tevreden te
stellen. Wachten met het doorvoeren van bezuinigingen tot na
september is geen optie. Al is het alleen al omdat zowel Europese
toezichthouders als kredietbeoordelaars de duimschroeven verder
aandraaien. Het is te hopen dat de verdeelde politiek een cliché
als 'handelen in het landsbelang' nu eens een keer waar kan maken.
Daar past geen verkiezingsretoriek en moddergooien
bij.