Waarom gaat de crisis aan het ziekenhuis voorbij?
Realiteitszin in de zorg nog ver te zoeken

Wie dacht dat de hypotheekrenteaftrek Nederlands laatste heilige huisje is, heeft het mis. Er over spreken mag al lang weer en als het kabinet binnenkort haar tweede woonvisie presenteert, kunnen daar zelfs heel goed beperkende maatregelen tussen zitten. Nee, Nederlands laatste echte heilige huisje is de zorg. Hoewel minister van Volksgezondheid (VWS) Edith Schippers volstrekt duidelijk is geweest dat de zorg dit jaar maximaal 2,5 procent meer mag kosten dan in 2011, vragen de ziekenhuizen bijna 20 procent meer budget van de zorgverzekeraars. Maar daar mogen we eigenlijk niets van vinden.
Zorgverzekeraar Achmea zit met de handen in het haar. Het moet
voor 1 april contracten hebben gesloten met de Nederlandse
ziekenhuizen, maar wordt geconfronteerd met een ongekende starheid
bij de ziekenhuisbesturen. Maandag lekte van de onderhandeltafels
uit dat ziekenhuizen ongeveer 10 procent omzetgroei eisten, dinsdag
bleek het bij navraag zelfs om 20 procent te gaan. Twee andere
verzekeringsreuzen, CZ en VGZ, wilden geen percentages noemen maar
beaamden het beeld geschetst door Achmea.
Waarom lijkt de crisis voorbij te gaan aan het
ziekenhuisbestuur?
Hoe kan het toch dat de overheid het ene pakket bezuinigingen na
het andere presenteert, maar dat de medische wereld zomaar om
miljarden euro's extra budget kan vragen? Daar zijn meerdere
verklaringen voor. De eerste is misschien wel de simpelste: de
zorgvraag wordt steeds groter. De grote demografische bubbel die
kort na de oorlog werd geboren gaat met pensioen en heeft steeds
meer zorg nodig. Goed, maar de enorme stijging van de zorgkosten is
echter al een paar jaar gaande en behelst meer dan alleen de
vergrijzing kan verklaren.
Braafste jongetje ook gestraft
De tweede verklaring ligt in het feit dat minister Schippers de
ziekenhuizen over één kam zal scheren zodra de kostenstijging boven
de 2,5 procent uitkomt. Als dat het geval is, dan krijgen alle
ziekenhuizen exact dezelfde korting in het vooruitzicht gesteld. De
'big spenders', maar ook de ziekenhuizen met wat meer
realiteitszin. Ziekenhuizen die een hoger budget hebben
uitonderhandeld, leveren dan verhoudingsgewijs minder in.
Verzekeraar is gemotiveerdere
onderhandelaar
Een derde reden: de minister heeft haar macht uitbesteed aan de
zorgverzekeraars. Zij heeft er sinds dit jaar voor gezorgd dat een
kostenstijging de verzekeraars direct raakt in hun
bedrijfsresultaat. Schippers verwacht daarom dat zorgverzekeraars
meer gemotiveerde onderhandelaars zullen zijn dan wanneer haar
ambtenaren zich moet buigen over behandelprijzen en
ziekenhuisbudgetten. Maar waar de ambtenaren motivatie missen om
scherp te onderhandelen, ontberen de zorgverzekeraars de macht om
besluiten te mogen forceren. En dus gebeurt er niets.
Geen prijskaartje op de zorg?
Tot slot is er de zorg als heilig huisje. Een ziekenhuis is geen
genationaliseerde bank of semi-publieke woningcorporatie waar
immoreel gedrag breed uitgemeten wordt. Een ziekenhuis heeft per
definitie de sympathie van de bevolking. Ze zijn er voor onze
gezondheid en daar mogen we geen prijskaartje aan verbinden.
Marktwerking is een vies woord in de zorg. Helaas heeft dat taboe
het wel mogelijk gemaakt dat medisch specialisten in Nederland
gemakkelijk een half miljoen euro per jaar kunnen incasseren.
Gezondheid gaat boven de economie, niet?
Het is inmiddels tijd dat we de angst gaan kwijtraken om
zorgkosten tegen het licht te houden. Om te beginnen verdienen de
ziektekostenverzekeraars wat meer krediet. Ze leggen het af tegen
de populariteit van het ziekenhuis als ze een kostenbeperking
proberen af te dwingen en moeten in het najaar de volgende klap
incasseren als de zorgpremie toch weer hoger is
uitgevallen.