Pensioenfonds? Niet meer van deze tijd!
Overheid haalde ooit 30 miljard uit ABP-kas

In de komende twee jaar wordt het pensioen van een miljoen mensen gekort. Meer dan honderd pensioenfondsen kunnen niet aan hun verplichtingen voldoen. Senioren die een groot deel van hun leven veel tot zeer veel pensioenpremie hebben betaald, moeten op het 'moment suprême', het moment waarop zij eindelijk van hun pensioen kunnen genieten, inleveren op hun zelfgespaarde pensioenuitkering. In de praktijk betekent dit dubbel inleveren, want met een pensioen val je al tientallen procenten terug ten opzichte van je laatste salaris. Pensioenfondsen… zijn ze eigenlijk nog wel van deze tijd?
Iedere werkende Nederlander hoopt ooit eens te kunnen genieten
van een welverdiend pensioen. Tot aan het begin van de negentiger
jaren werkten veel mensen hun hele werkzame leven, of een zeer
groot deel daarvan, bij dezelfde baas. Het leek dan ook logisch dat
tussen werkgever en werknemer een regeling werd getroffen die aan
het eind van de loopbaan, naast de AOW als basispensioen, voorzag
in een aanvullend pensioen. Al voor de Tweede Wereldoorlog, toen
van AOW zelfs nog geen sprake was, zijn veel pensioenfondsen
opgezet.
Pensioen en vakbonden
Werkgevers en werknemers beheerden gezamenlijk de pensioenpot. In
sommige gevallen waren bedrijven eigenlijk te klein en te kwetsbaar
voor een jarenlange pensioengarantie en werden kleine
bedrijfspensioenfondsen overgeheveld naar grotere
branchepensioenfondsen. Werkgevers kozen uit hun midden
vertegenwoordigers die overleg voerden met de vertegenwoordigers
van werknemers. Zo kwamen uiteindelijk werkgevers en vakbonden met
elkaar om de tafel te zitten. Naast arbeidsomstandigheden en
salarissen waren de vette pensioenfondsen een belangrijke reden
voor het in stand houden van vakbonden.
Mondiger werknemers
In de loop van de twintigste eeuw zijn de belangen van personeel
gaan verschuiven. Werknemers werden niet alleen mondiger en waren
gemiddeld hoger opgeleid, veel werknemers wilden ook af van een
40-jarige loopbaan bij dezelfde werkgever. Zo'n 25 jaar geleden
begon het besef door te dringen dat het voor je carrière vaak
lucratiever is om af en toe van werkgever te veranderen. In de
bloeiperiode aan het eind van de vorige eeuw trokken zelfs steeds
meer werknemers de stoute schoenen aan en begonnen voor
zichzelf.
Met deze veel intensievere arbeidsbewegingen werd eigenlijk al de
bijl aan de wortels van het pensioenfonds gelegd. Want wat heeft
een "werknemer" er aan om in het pensioenfonds van bedrijf A te
stappen, terwijl hij of zij binnen enkele jaren overstapt naar
bedrijf B, tussendoor wellicht een aantal jaren als zelfstandige
werkt en aan het eind van zijn loopbaan weer ergens in loondienst
gaat of zelf tot werkgever 'promoveert'. Op een dergelijke moderne
loopbaan past geen enkele collectieve regeling. En … het
merkwaardige is dat overheid en samenleving een dergelijke
carrièrevorming juist stimuleert.
Individueel pensioen
Wat moet iemand, die carrière wil maken, met een
bedrijfspensioenfonds? Het lijkt er toch op dat zo iemand het geld
dat hij aan verplichte pensioenpremie moet afdragen beter aan een
op zichzelf gerichte pensioenregeling kan besteden. Zo kan hij
levenslang zijn eigen pensioensituatie in de gaten houden.
Elke keer verplicht van het ene naar het andere pensioenfonds
moeten overstappen, met daar tussendoor wellicht nog zelfstandige
regelingen, bevordert op geen enkele wijze het overzicht en de
rentabiliteit van een pensioenregeling.
Systeem pensioenfondsen nog juist?
Waarom bestaan pensioenfondsen nog als zij eigenlijk niet meer
aansluiten bij de moderne tijd? We kunnen op dit moment grote
vraagtekens zetten bij het financiële en beleggingsbeleid van
pensioenfondsen gedurende de vele opbouwjaren, en werknemers maken
zich zorgen over wat er met hun pensioengeld gebeurt. Júist nu
moeten we ons afvragen of het systeem van pensioenfondsen niet aan
de kaak moet worden gesteld.
'Diefstal'
Vooral ambtenaren die (gedwongen) bij het Algemeen Burgerlijk
Pensioenfonds (ABP) zijn aangesloten, zitten met een fikse
kater. Aan het begin van de negentiger jaren heeft de
toenmalige overheid een fikse greep in de pensioenkas van
ambtenaren gedaan. Het ABP had destijds vette reserves, en de
overheid (als werkgever), zat met grote tekorten. Zo'n 30 miljard
werd destijds overgeheveld vanuit het ambtenarenfonds naar de
algemene middelen. Na deze 'diefstal' uit de pensioenkas ging de
overheid direct akkoord met wijziging van de reglementen, maar het
kwaad was toen, zeer bewust, al geschied.
Nu het ABP geld tekort komt en heeft bepaald dat vanwege een
tekort aan middelen de ambtenarenpensioenen per volgend jaar moeten
worden verlaagd, denken vele ambtenaren terug aan deze gebeurtenis.
Zonder de overheidsingreep van zo'n 20 jaar geleden had de ABP-kas
de ambtenarenpensioenen zelfs kunnen laten meestijgen met de
inflatie.
Pensioenfonds is macht
Al eerder is door financiële analisten uitgerekend dat als
ambtenaren hun pensioenpremie gedurende hun volledige
arbeidsloopbaan zelfstandig hadden kunnen beleggen, zij, op basis
van het gemiddelde rendement van de afgelopen veertig jaar, 130
jaar oud moeten worden om hun opgebouwde pensioen volledig op te
kunnen "eten". Met het opheffen en verdelen van pensioenfondsen
leveren vakbonden echter een deel van hun macht in. Het blijft
verleidelijk om jaar in jaar uit beslissingen te kunnen nemen over
miljarden aan kapitaal. Vakbonden houden van collectiviteiten, want
zonder collectiviteit geen bestaansrecht. Mede daarom zullen in de
komende jaren nog vele miljarden aan de strijkstok blijven
hangen.