Stoppen op 66, wie vindt dat straks nog een probleem?
‘Kalenderleeftijd steeds minder van belang’

De gemiddelde leeftijd waarop Nederlanders met pensioen gaan stijgt. Vorig jaar stopten Nederlanders gemiddeld op 63-jarige leeftijd met werken. Vijf jaar daarvoor was dat nog 61 jaar, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS verklaart de stijging door maatregelen die de mogelijkheden voor het vroegpensioen hebben ingeperkt. Opvallend is echter dat het aantal mensen dat pas stopt ná de AOW-gerechtigde leeftijd ook aanzienlijk is toegenomen. In vijf jaar tijd van 15 procent naar 30 procent. Het kabinet wil de pensioenleeftijd in 2020 op 66 jaar vaststellen. Wie vindt dat tegen die tijd eigenlijk nog een probleem?
De verdubbeling van het percentage mensen dat zich niets
aantrekt van de pensioengerechtigde leeftijd, toont aan dat de
uitleg van het CBS niet waterdicht is. Beperking van de
mogelijkheden voor vroegpensioen zou de stopleeftijd wel verhogen,
maar niet het aantal mensen dat doorwerkt na 65 jaar. Waarom werken
mensen eigenlijk langer door? Volgens universitair hoofddocent
arbeids- en organisatiepschygologie aan de Radboud Universiteit
Annet de Lange zijn er diverse oorzaken aan te wijzen waarom er in
Nederland steeds langer doorgewerkt wordt. Niet alleen op
economische gronden, maar er zijn ook psychologische en fysieke
redenen te onderscheiden.
Rolmodellen belangrijk
"Er is zeker een trend zichtbaar dat men meer op financiële
zekerheid focust", zegt De Lange. "Dat heeft onder meer te maken
met de huidige economische situatie. Maar er is de afgelopen jaren
ook meer bewustwording gecreëerd dat langer werken tot de
mogelijkheden behoort." De Lange doelt daarmee bijvoorbeeld op de
gespecialiseerde uitzendbureaus voor mensen van 65 jaar en ouder en
de inspanningen van de overheid om Nederlanders langer te laten
deelnemen aan het arbeidsproces. "Er zijn meer positieve
rolmodellen zichtbaar van oudere werknemers die doorwerken en
bedrijven ontwikkelen nieuwe initiatieven om het aantrekkelijk te
maken voor ouderen om door te werken. Zo heeft verzekeraar Achmea
een intern uitzendbureau specifiek voor ouderen."
Zorg- en bouwmedewerkers stoppen het eerst
Er is veel onderzoek gedaan naar de reden waarom mensen stoppen
met werken. En er zijn interessante verschillen te zien tussen
beroepen. Het CBS laat zien dat werknemers in de bouwnijverheid en
het openbaar bestuur in 2011 met 62,2 jaar het vroegst met pensioen
gingen, gevolgd door werknemers in de zorg. Fysiek zwaar werk
blijft dus een belangrijke oorzaak voor eerder stoppen met werken.
Het gaat dan ook om de combinatie van belastbaarheid van het
individu en belasting van het werk.
Volgens De Lange blijkt uit diverse onderzoeken dat de factor 'partner en familie' vaak over het hoofd wordt gezien. "Als je partner langer doorwerkt, dan doe je dat zelf ook", zegt De Lange. Zo zijn vrouwen volgens haar om verschillende oorzaken geneigd eerder te stoppen met werken dan mannen. Mantelzorg kan met name voor vrouwen een motief zijn om eerder te stoppen.
Volgens De Lange is een gemiddelde pensioenleeftijd van 63 nog niet het plafond. "We worden steeds ouder en blijven ook langer vitaal. De gemiddelde stopleeftijd zal dus nog wel hoger komen te liggen. Daar staat tegenover dat in de toekomst langer werken steeds aantrekkelijker zal worden gemaakt." Waar ligt dan wel het plafond? "Het beste is om geen vaste kalenderleeftijd te markeren, dan beperk je iemands perspectief. Het is belangrijker om aandacht te hebben voor de balans tussen belastbaarheid en belasting en het bieden van interessante vooruitzichten voor ouderen om door te werken."