Laagste 10-jaars rente sinds 16e eeuw
Nieuw diepterecord!

De rente waaraan Nederlandse banken hun maatstaf ter bepaling van de hypotheekrente ontlenen, is op dinsdag 17 januari 2012 gezakt naar het laagste niveau sinds het begin van de renteregistratie, het jaar 1540. Helaas gaan banken de laatste drie jaar uit van volstrekt andere principes, namelijk: "Hoe kunnen we zoveel mogelijk winstmarge creëren uit deze buitenkans". In tegenstelling tot ieders verwachting wordt/is het laagste hypotheekrenteniveau in Nederland op 18 januari juist verder verhoogd!
Op 17 januari daalde de belangrijke rentemaatstaf met 0,06
procent naar het nog nimmer vertoonde niveau van 2,0261 procent
rente. Dat is de rente die de Nederlandse staat moet betalen voor
het geld dat zij voor een periode van tien jaar wil lenen van
burgers, bedrijven en van andere overheden. Nog nooit in de
geschiedenis van de renteregistratie is de rente voor
staatsleningen (SL-rente) zo laag geweest.
Rente in lagere regionen
Deze belangrijke maatstafrente kwam de laatste jaren al vaker in
de buurt van het diepterecord. In juni 2010 werd met 2,26 procent
voor het eerst een diepterecord opgetekend. Het laatste
diepterecord van daarvoor lag in het jaar 1895. Na juni 2010 steeg
de SL-rente richting de 3,6 procent. Dat niveau werd in april 2011
bereikt. Sindsdien is het renteniveau aan het zakken. Op 30
september werd het voorlaatste diepterecord gevestigd met een rente
van 2,117 procent. Die rente steeg in het laatste kwartaal van 2007
weer richting de 2,7 procent, waarna sinds begin december het
niveau steeds verder daalde tot het nieuwe record van 2,0261
procent van 17 januari, het laagste niveau ooit.
Ooit 16 procent
Het hoogste niveau ooit is gemeten halverwege de Tachtigjarige
Oorlog. Aan het eind van de 16e eeuw steeg de rentestand
naar een niveau boven de 16 procent. Het hoogste niveau in de
afgelopen honderd jaar lag in maart 1981 toen de SL-rente boven de
11 procent uitkwam en de Westland Utrecht Hypotheekbank als
gevolg daarvan haar 10-jaars rente voor de toenmalige No-Risk
Hypotheek verhoogde naar 13,1 procent, het hoogste
hypotheekrenteniveau van de afgelopen eeuw.
Banken asociaal
In tegenstelling tot te doen gebruikelijk wordt de zeer lage
rentestand in Nederland door onze banken niet ten voordele van de
Nederlandse burger aangewend. Integendeel zelfs. Een dag na het
bereiken van de laagste rentestand werd de laagste 10-jaars
hypotheekrente in Nederland (Wel Thuis Hypotheek ASR) met 0,1
procent verhoogd naar 4,7 procent. Ook Delta Lloyd verhoogde deze
week de hypotheekrente al.
Gemiddeld rekenen de Nederlandse banken voor een tien jaar vaste
termijn momenteel 5,04 procent. De door de Nederlandse banken
gehanteerde rentemarge ligt deze week derhalve gemiddeld op 3,014
procent. Ter vergelijking: nog maar zes jaar geleden stond de
gemiddelde rentemarge van banken op slechts 0,6 procent. Op een
gemiddelde hypotheek (€ 250.000,-) berekenen banken nu dus een
rentemarge van ruim € 7.500,- per jaar, terwijl in 2005 op slechts
€ 1.500,- gerekend werd. Deze vijfvoudige rentemarge kan als vrij
asociaal worden betiteld en is hoger dan in welk ander land in
Europa. Merkwaardig en onnodig voor een land waarvan het financiële
systeem internationaal als één van de beste van Europa wordt
aangemerkt.
Bankiers doen woningmarkt inzakken
Bankiers wordt dan ook door diverse partijen verweten aan de basis
te staan van de ellende op de woningmarkt. Een visie waarin ook
Wegwijs zich kan vinden. Consumentenorganisaties, zoals de
Vereniging Eigen Huis en de Consumentenbond, ventileren telkenmale
dat de winstmarge die banken op hun hypotheken berekenen onnodig
hoog is en niet, zoals bankiers steeds weer vertellen, in relatie
staan tot de hogere risico's die banken op de financiële markten
zouden lopen.
Banken geven ondanks de hoge rentemarges niet thuis wanneer
starters op de woningmarkt een hypotheek aanvragen. Banken wachten
momenteel op goudgerande klanten met hoge salarissen en lage
hypotheken, hetgeen als vrij risicoloos kan worden betiteld. Als
gevolg daarvan zijn starters bijna niet meer in staat een woning te
kopen. Voorzitter Boele Staal van de Nederlandse Vereniging van
Banken wijst echter steeds weer de verantwoordelijkheid voor het
inzakken van de woningmarkt af. "Het zijn niet onze strenge
verstrekkingsnormen voor hypotheken die de markt vastzetten, maar
het zijn de huizenprijzen die nog steeds dalen, waardoor een ieder
wacht op het dieptepunt", aldus Boele Staal.
Banken veroorzaken neerwaartse spiraal
Wat het tweede punt betreft heeft Boele Staal wel gelijk; kopers
wachten inderdaad op het diepste punt. Maar, banken zijn juist
verantwoordelijk voor de daling van de huizenprijzen. Als je geen
hypotheek meer wilt verstrekken, kan er niet gekocht worden,
waardoor als gevolg daarvan de huizenprijzen verder moeten dalen.
Banken zijn hiermee ook primair verantwoordelijk voor het feit dat
de waarde van de woningen, die onderpand voor de eerder door deze
banken geleverde hypotheken vormen, onder het niveau van de
hypotheeksom terechtkomen. Daar hebben de banken straks zelf weer
last van. Als klanten straks bij de verkoop van hun huis de
hypotheek niet meer volledig kunnen aflossen, zit de bank met de
gebakken peren. Die oninbare schulden zullen banken dan weer moeten
verhalen op de overige klanten door de rentemarges op hypotheken
nog verder te verhogen.
Banken veroorzaken met hun gedrag dus een neerwaartse
spiraal die alleen maar kan worden doorbroken door een soepeler
hypotheekacceptatiebeleid en een verlaging van de
rentemarges. Banken kijken echter naar elkaar en doen het
tegenovergestelde. De Rabobank is al de grootste en hoeft niet te
concurreren. ABNAmro is een staatsbank geworden en mag niet
concurreren. Dat geldt evenzo voor diverse andere banken en
hypotheekverzekeraars die nog steeds niet van hun staatssteun af
zijn. De staatsinterventie in banken heeft ervoor gezorgd dat
banken nu niet hoeven en dus niet willen. Het wordt daarom tijd dat
onze consumentenorganisaties eens wat harder op de tamtam gaan
slaan en middelen aanreiken om dit asociale beleid doeltreffend aan
te pakken.