Nieuws

Waar blijft de oplossing van de Eurocrisis?

Weer een nieuwe overlegronde nodig

maandag 24 oktober 2011
Waar blijft de oplossing van de Eurocrisis?

De eurotop van het afgelopen weekend heeft niet de allesomvattende oplossing gebracht waar de financiële markten op hoopten.  Woensdag 26 oktober volgt wederom een nieuwe bijeenkomst. De schijnwerpers richten zich op Frankrijk en Duitsland die het moeilijk eens kunnen worden. Op persoonlijk vlak vlogen onder andere Sarkozy en Cameron elkaar in de haren. Door al dit bekvechten raakt het uiteindelijke doel, het oplossen van de Europese crisis, wederom uit zicht.

De koersen van aandelen zijn fors gestegen in de aanloop naar de top, waar Europese regeringsleiders een gezamenlijke oplossing bedenken. Beleggers geven de politici vooralsnog het voordeel van de twijfel en wachten de nieuwe bijeenkomst van woensdag af. Daarna is het voor beleggers opletten geblazen.

Wie levert het geld?
Het belangrijkste punt van discussie tussen het invloedrijke Duitsland en Frankrijk is de vraag waar het extra geld vandaan moet komen waarmee de crisis kan worden bestreden. Geld dat terecht moet komen in het speciale noodfonds (EFSF). Dit fonds dient als 'verzekering' voor landen die in het nauw komen. Wanneer een land in de problemen komt, raakt de geldschieter het uitgeleende geld niet kwijt maar volgt een uitkering vanuit het fonds. Hiermee wordt voorkomen dat investeerders vanwege het hoge risico het geld niet uit durven lenen aan de landen. Ditzelfde principe geldt voor banken. Ofwel: geen geld voor het land zelf maar geld voor instellingen en landen die geld uitlenen aan landen die in problemen komen.

Frankrijk houdt de optie open om het noodfonds te financieren vanuit de Europese Centrale Bank (ECB). Duitsland ziet daar niets in en is van mening dat dit niet de taak van een onafhankelijke toezichthouder als de EBC is. Een andere optie is hulp van het Internationaal Monetair Fonds. Afgezien de vraag of het een logische rol is voor het IMF, kleeft hier het nadeel aan dat het dan geen puur Europese aangelegenheid is. Het IMF opereert namelijk wereldwijd. Aangezien de Europese leiders het onderling al niet eens kunnen worden, lijkt het weinig aantrekkelijk ook landen buiten de EU zeggenschap te geven.

Landen huiverig voor financiering uit eigen kas
Wanneer de extra bedragen voor het noodfonds uit de kas van landen zelf komt, bestaat het risico dat deze hierdoor zelf als financieel minder betrouwbaar worden beoordeeld. Dit omdat de bijdrage een te grote onzekerheid kan vormen voor de financiële stabiliteit van een overheid. Dat landen hier als Frankrijk hier huiverig voor zijn, ligt voor de hand. Wanneer een kredietwaardigheidbureau als Standard en Poor's een negatieve beoordeling geeft, is de kans groot dat het investeerders afschrikt. In dat geval kan het land minder gemakkelijk lenen en worden de problemen alleen maar groter.

Vitten op de Britten
Niet alleen Eurolanden en landen die de euro als munt hebben maken deel uit van de besprekingen. Landen als Groot Brittannië hebben andere belangen maar willen wel hun zegje doen.  Dit roept weerstand op van met name de Fransen, die uit monde van Sarkozy aangaven zich daar enorm aan te ergeren. Verder relatieve buitenstaanders als Zweden hun best om niet ondergesneeuwd te raken. Het land is weliswaar lid van de EU maar hanteert niet de euro als betaalmiddel. De Zweedse bevolking sprak zich uit tegen de invoering van de munt en de overheid weet zich aan deze EU-verplichting te ontrekken door bewust niet te voldoen aan specifieke eisen.

Het is afwachten of de regeringsleiders woensdag hun eigen belangen en ego's opzij kunnen zetten om concrete afspraken te maken. Ze moeten bijna wel. De druk is hoog en aandelenbeurzen zullen fel reageren wanneer meer uitstel of onenigheid volgt.

Voor een optimale gebruikservaring maakt Wegwijs.nl gebruik van Cookies. Accepteren Meer informatie