Verlaging overdrachtsbelasting lijkt weggegooid geld
Steeds meer woningen te koop

Het begint er steeds meer op te lijken dat de maatregel van het kabinet Rutte om de overdrachtsbelasting tijdelijk van zes procent naar twee procent omlaag te brengen als 'weggegooid geld' kan worden beschouwd. De maatregel heeft slechts de eerste weken na het besluit een positief psychologisch effect gehad, waardoor de te koop staande woningvoorraad even iets daalde. Per begin september is het aantal te koop staande woningen echter alweer ruim 3.500 woningen hoger dan medio juni toen de maatregel van kracht werd.
Met een te koop staande woningvoorraad van 243.120 (Funda) lag het aantal beschikbare woningen per potentiële koper medio juni op 23,49. Inmiddels is de woningvoorraad opgelopen naar 246.719, waarmee de beschikbaarheid per koper is toegenomen tot 24,76. Ter vergelijking: in maart 1998 had elke koper slechts de keus uit 2,3 woningen.
Enthousiasme weggeëbd
Nadat begin juli van dit jaar vanuit makelaarskringen met enige mate van euforie over een opleving op de woningmarkt werd gesproken, is het vanuit die hoek momenteel angstwekkend stil. Dit ondanks het kennelijke voornemen in de onroerendgoedsector om de woningmarkt gedurende een bepaalde tijd vooral positief te benaderen en negativisme uit te bannen. Ondanks het feit dat de cijfers van het CBS/Kadaster, die de marktcijfers pas twee tot drie maanden achteraf registreren, in september en oktober daarom iets positiever zullen zijn dan die van vorig jaar en marktpartijen daar ongetwijfeld mee aan de haal zullen gaan, lijkt het enthousiasme over de kabinetsmaatregel weggeëbd.
Banken primair verantwoordelijk
Het is duidelijk dat de verlaging van de overdrachtsbelasting niet het gewenste effect zal hebben omdat de hypotheekbanken nog steeds, zelfs nog strakker dan voorheen, op de rem trappen. Starters verkrijgen nog steeds veel te weinig hypotheek waardoor de woningen aan de onderkant van de markt te koop blijven staan. Zolang deze woningen niet worden verkocht, kan er ook geen sprake zijn van doorstroming.
Al eerder heeft het Wegwijs Kenniscentrum berekend dat bij het huidige hypotheekbeleid starterswoningen eerst zo'n € 50.000,- tot € 60.000,- in prijs moeten dalen, wil er beweging in de totale woningmarkt komen. Dat betekent dat de gemiddelde prijs nog eens ruim twintig procent zou moeten zakken. Verkopers zijn echter niet in staat en ook niet bereid om na de prijsdaling van gemiddeld twaalf procent sinds augustus 2008 nog eens zoveel verder te gaan. De huidige ruimte in de prijs van koopwoningen lijkt nog circa acht tot tien procent te bedragen.
Dekkingsgraad hypotheekbanken daalt
Banken lopen zelf schade op met de zuinige politiek die zij op hypothecair terrein bedrijven. Want immers, omdat hypotheken voor de aankoop van een woning door de banken zwaar aan banden worden gelegd en hypotheken nog slechts worden verstrekt voor "koeien met gouden hoorns", dalen de prijzen van alle huizen. Daarmee laten banken ook de gemiddelde dekkingsgraad van hun bestaande reeds lopende hypotheken dalen. Wanneer klanten in financiële moeilijkheden komen - dat kan gebeuren door de handelwijze van de banken - hebben banken dus slechts grip op een onderpand dat vooral door toedoen van henzelf minder waard is geworden. Een nogal suffe politiek!
Kabinetsbeleid niet slim
Ook het kabinetsbeleid ter zake getuigt niet van erg veel slimheid. Medio juni gaf de overheid onvoorwaardelijk 4 procent overdrachtsbelasting weg aan de markt, met het idee dat deze maatregel wel zou helpen. Zoals in het in april van dit jaar door Wegwijs gepresenteerde "Reddingsplan voor de woningmarkt" reeds werd vermeld, zou verlaging van de overdrachtbelasting slechts moeten gelden voor de starters op de woningmarkt en zou bij deze verlaging een partiële verlaging van de tarieven van banken, notarissen, makelaars en hypotheekadviseurs moeten worden afgedwongen.
Zolang verlaging slechts plaatsvindt bij starters tot en met de 30-jarige leeftijd, kunnen alle marktpartijen de verlaagde tarieven terugverdienen van het enorme aantal doorstromers dat zich daarna aandient. Nu het kabinet de verlaging al heeft weggegeven, is daarbij ook het wisselgeld verloren gegaan om verlaging van de overige markttarieven af te dwingen. Dat valt tegen van een kabinet dat toch enige zweem van commercieel gevoel over de maatschappij wilde uitstrooien.