Nieuws

Hoe gaat het écht met de banken?

Bankentest kon het nooit goed doen

dinsdag 19 juli 2011
Hoe gaat het écht met de banken?

Vorige week vrijdag presenteerde de Europese Banken Autoriteit (EBA) de uitslag van haar stresstest. De test waaruit moet blijken in hoeverre Europese banken in staat zijn zware economische klappen te verwerken. Hoewel de uitslag op het eerste oog gematigd positief is, reageren analytici zeer negatief. Een Britse zakenbank voerde eigen tests uit en kwam tot heel andere bevindingen. De criteria van de EBA-test zijn volgens hen te soft. Ondanks die vermeende zwakke criteria zakten er nog steeds acht Europese banken voor de test. Gemengde berichten dus. Maar hoe sterk zijn de Europese banken nu echt?

De vier Nederlandse banken (ABN Amro, ING, Rabobank en SNS) slaagden met vlag en wimpel voor de bankentest. De EBA peilde hoe de banken er voor zouden staan als de werkloosheid in Nederland op zou lopen tot 5,9 procent (nu 5,1 procent), de huizenprijzen nog eens 8,4 procent terug zouden vallen en de beurs 20 procent van haar waarde inlevert. Het gevolg: nog steeds niets aan de hand. In Spanje is dat anders. Vijf Spaanse banken komen bij de voor Spanje opgestelde percentages in zwaar weer. Twee Griekse banken en één Oostenrijkse bank completeren de lijst met zwakke broeders. Volgens de EBA hebben de acht banken in totaal voor 2,5 miljard euro extra kapitaal nodig om de test wel te doorstaan.

Examinator aan handen en voeten gebonden
De Britse bank JPMorgan Chase voerde de criteria wat op en oordeelde dat wel twintig Europese banken hun criteria niet zou overleven. Extra benodigd kapitaal volgens de Britten: 80 miljard euro. Hoe kan het dat er zo'n verschil tussen de twee tests zit? Examinator EBA, met de Nederlander Arnoud Vossen aan het hoofd, valt onder toezicht van de Europese Unie. De EU kan het zich niet veroorloven de banken aan een te strenge test te onderwerpen, omdat de uitslag paniek zou kunnen veroorzaken op de beurzen waardoor de test ongewild een self-fulfilling prophecy wordt. De minder krachtige variant zou hoe dan ook kritiek ontvangen omdat deze niet vergaand genoeg zou zijn. Linksom of rechtsom, de EBA-test was nooit goed geweest.

Hoe zou een Europese kredietbeoordelaar het doen?
Dat zet aan het denken. De Europese Unie zou namelijk ook dolgraag een eigen kredietbeoordelaar willen. Dat komt omdat de Amerikaanse bedrijven Standard & Poor's, Moody en Fitch de politieke onderhandelingen over de eurocrisis meer dan eens op z'n kop zetten met hun beoordelingen over de kredietwaardigheid van zwakke eurolanden en dat zet kwaad bloed onder de hoofdrolspelers. Of, zoals NRC Handelsblad het omschrijft, "het zijn de rookmelders die zelf brand veroorzaken". Ondanks dat de grootste pleitbezorger van een Europese kredietbeoordelaar, bondskanselier Angela Merkel, vindt dat de instantie die deze taak op zich neemt een onafhankelijk bedrijf moet zijn, kun je je afvragen of dit bedrijf dan geen last krijgt van de EBA-paradox. Het bedrijf zal direct de eigen geloofwaardigheid verliezen: het mag niet te streng maar ook niet te soft.

De vraag hoe de Europese banken er echt voor staan, is met een stresstest niet te beantwoorden. De economische processen die er in gang worden gezet bij de in de test omschreven crash zijn net zo eenvoudig te voorspellen als het weer op een willekeurige lentedag in 2015. Een softe bankentest of een sterke bankentest maakt dus niet zo veel uit. De boodschap is des te belangrijker. Voor een economisch stabiel Europa moet iedereen het wat voorzichtiger aan doen.

Voor een optimale gebruikservaring maakt Wegwijs.nl gebruik van Cookies. Accepteren Meer informatie