Pensioen: slechts één op drie haalt 70 procent laatste salaris
Meerderheid Nederlanders maakt enorme inkomensval na 65e

Hier kunnen we met donderend geraas opnieuw een open deur intrappen: Nederlanders weten te weinig over hun eigen pensioen. En Nederlanders weten ook dat ze te weinig weten over hun pensioen. Waarschijnlijk omdat het te abstract is. Totdat een financieel adviseur eens de ongemakkelijke vraag stelt wat je aan inkomen denkt over te houden wanneer je niet meer hoeft te werken. Slechts één op de drie bezoekers van Wegwijs die deelnam aan de enquête denkt maandelijks 70 procent van het laatstverdiende loon te krijgen. De rest zit daar onder. Ruim veertien procent heeft geen idee wat er overblijft.
Wie werkt, heeft weinig tijd om geld uit te geven. Voor gepensioneerden is tijd vaak geen schaars goed meer. Zeeën blijven er over voor leukere dingen: reizen, vakanties of hobby's. Tenminste, als er geld voor is. Vaak genoeg beseffen werknemers niet dat de AOW slechts een basisuitkering is, waar na aftrek van vaste lasten vaak niets of zeer weinig van overblijft. Bovendien, voor wie wel een goede oude dag opgebouwd heeft: ook 70 procent van het laatstverdiende loon is nog steeds 30 procent minder dan wat er aan het einde van het werkzame leven binnenkwam.
Eyeopener
Toch kan de wijd openstaande pensioendeur niet vaak genoeg worden ingetrapt. Nu veel pensioenfondsen dreigen te korten op hun uitkeringen, is het te hopen dat nog werkende Nederlanders aan het rekenen slaan. Temeer omdat de pensioenleeftijd op termijn ook omhoog gaat, eerst naar 66 jaar en hoogstwaarschijnlijk niet veel later naar 67. Wie alsnog op 65 wil stoppen of zelfs eerder, zal ook daar extra voor opzij moeten leggen.
Resultaten enquête
Aan de Wegwijs enquête deden 1.072 mensen mee. Iets meer dan 34 procent denkt 70 procent van het laatstverdiende loon te krijgen. Bijna 23 procent meent ergens tussen de zestig en zeventig procent uit te komen, terwijl 15 procent tussen de 50 en 60 procent denkt uit te komen. Acht procent van de reflectanten gaat uit van een pensioeninkomen dat zelfs nog onder de 40 procent van het laatstgenoten salaris ligt. Dat is zorgwekkend, mede omdat Wegwijs lezers gemiddeld hoger opgeleid zijn. Hoger opgeleiden maken over het algemeen vaker voorzieningen voor hun oude dag dan laag opgeleiden. Het is daarom aannemelijk dat de percentages voor Nederland nog negatiever zijn.
Overigens is 70 procent van het laatstgenoten loon inmiddels al een ouderwetse regeling die achteraf als vrij riant kan worden beschouwd. De meeste pensioenfondsen zijn al dermate versoberd, dat de uitkeringen gebaseerd zijn op 70 procent van het gemiddelde loon gedurende het werkzame leven. Dit in plaats van 70 procent van het laatstverdiende loon.